Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 237]
| |
Nieder Ingelheim 23 Novr 84
Waarde Muller, Dank voor Uw brief dien ik - uit tegenzin in schryven - terstond beantwoord. Als ik uitstel, kom ik er nooit toe. Zooals ik reeds schreef, ge zultGa naar eind1. ons zeer welkom zyn met uw jonge vrouw. Dit geldt eens-vooral, natuurlyk. Ruim ons in uw reisplan zooveel dagen in, als ge maar eenigszins van andere voornemens kunt afwoekeren. Hoe langer ge blyft, hoe liever 't ons is. Aan één dag heb ik 'n hekel. Dan komt men nooit tot GemüthlichkeitGa naar eind2.. Over de behoefte aan alleen-zyn in den honigtydGa naar eind3., is veel onwaars gezegd.- Illustratie van den Wouter? Eilieve, niemand heeft daartoe myn permissie noodig. Wat den tekst aangaat, dit is de zaak van den eigenaar myner schryvery. Voor 2-3 jaar was er kwestie van, dat er 'n geïllustreerde uitgaaf van den Havelaar zou gemaakt worden. Robberts (My Elsevier) vroeg my om raad, en toonde my eenige proeven van de teekeningen. Ze waren... hoe zal ik zeggen? Ze waren gewoon-goed en dus: naar! Il n'y a pas de milieu du mediocre au pireGa naar eind4.. M.i. is in kunst het middelmatige onduldbaar. Dit zou anders wezen als er op 't niet-leveren van zoo-iets zware straf stond. Stem my toe dat 99/100 van wat er op tentoonstellingen (en in litteratuur, o goden!) voor den dag wordt gebracht, best achterwege had kunnen blyven. Van tentoonstellingen gesproken, hoe komt het dat onze schilders - niet zeer ryk aan inspiratie, waarachtig! - nooit eens 't een of ander onderwerp uit m'n schryvery behandelden? Ik verbeeld me dat de keus ruim genoeg wezen zou. (De kruissprook!) Nog eens, niet ik heb te kommandeeren over t al dan niet bezorgen van 'n geïllustr. uitgaaf. Maar àls ik m'n opinie daarover moet zeggen, kan ik niet anders dan verklaren dat ik zoo'n editie met angst zou tegemoet zien. De geïll.e Camera obscuraGa naar eind5. - die toch meer ordinairheid kan verdragen dan myn werk, wil ik hopen - is mislukt. En zoek eens naar waardige pendanten van Fliegende BlätterGa naar eind6., van de buitenl. Illustratien, ‘Ueber L & M’Ga naar eind7. ‘the graphic’ e.d. Te Mainz verschynt 'n (vod van 'n) dagblad dat elken dag 'n teekeningetje geeft in de genre van wat de Duitschers humoristisch noemen. Hoe naar die dingen gewoonlyk zyn wat het gehal- | |
[pagina 238]
| |
te der pretense geestigheid aangaat, de teekening is karakteristieker dan men in Holland... tot nog toe gewoon is te leveren. Let wel, dat courantje is er een van de minste soort, 'n prul.- Jammer dat ge - zooals ge schryft - de studie der talen, vergelykend opgevat, wat hebt laten varen. Alles is in alles. De wording en de geschiedenis der woorden leveren zeer dikwyls bydragen tot de ontwikkelingsgeschiedenis der mensheid. Uitdrukking en indruk gaan hand aan hand, en brengenGa naar eind8. afwisselend elkaar voort. Van U juist is 't verlaten van dit arbeidsveld jammer, omdat uw werkkring om den broode u meer dan anderen - my, byv. - de gelegenheid aanbiedt tot de studie van wat hier noodig is. Ik wou dat je m'n slaaf was. Dan veroordeelde ik je tot het byeenbrengen van bouwstoffen. En... en... en... ik verbood je - hm, als 'n Amsterd.e gymnasium curator! - voor 'n jaar of wat, alle bemoeienis met socialistery. Onze beste D. Nieuwenhuis heeft U naar waarheid gezegd dat hy de zaak heeft laten rusten toen hy hier was. Juist! Op een en ander dat ik in't midden bracht, heeft hy niet geantwoord. Och, hy is te kort hier geweest. Ik stel zyn hart op hoogen prys, en 't spyt me dat ik z'n inzichten niet deelen kan. Hy vergist zich naar ik geloof. (die laatste drie woorden zyn eigenlyk 'n mal toevoegsel. 't Spreekt immers vanzelf dat we by alles wat we zeggen een ‘S E & O’Ga naar eind9. denken.)- Uw verandering van inzicht omtrent de goddienery kan eenigen grond hebben, maar kardinaal is dat verschil van standpuntGa naar eind10. niet. Of de geloovery moet uitgeroeid ten-einde den maatschappelyken toestand te verbeteren, dan wel of die toestand moet verbeterd om tot verlichter wereldbeschouwing te geraken - dat is my om't even. De tegenstelling is meer subtiel dan ter-zake doende. Geen foelie zonder muskaatnoot, geen musk.t noot zonder foelie. Als Jan en Piet ter-deure moeten worden uitgezet, is 't my onverschilligGa naar eind11. wie 't eerst op-straat wordt geworpen. Het stryden tegen godsdienst heeft dit voor, dat men 'n noembare vyand kan aanpakken, terwyl de verbetering der maatschappelyke toestanden volgens sommigen - ook zy hebben recht gehoord te worden - onmogelyk is, althans niet in dien graad mogelyk als zekere welmeenende dryvers zich voorspiegelen. | |
[pagina 239]
| |
24 novr En toen werd het donker. En nu is't ook alweer niet heel licht meer. Komt, laat ons 'n Bond stichten om die korte dagen te verlengen. Wat meer daglicht komt òns wenschelyk voor en dus zal de Natuur wel zoo goed zyn... Om wàt te doen? Ze kan niets veranderen! Zoo ook in den maatschappelyken toestand. Neen, niet geheel. Maar verbetering is niet te verwachten van de voorgeslagen middelen. Ik beweer dat de Socialisten (Komt ‘de’ hier tepas? Zyn ze homogeen? Het tegendeel zou weldra blyken als men hun alle uiting vry liet. Dan kregen wy terstond 'n repetitie van den Babelschen torenbouw!) Nu, voor zoover men den Socialisten 'n bepaalbare richting kan toekennen, meen ik dat zy even ver van 't spoor zyn als de luî die nu 't heft in handen hebben. ('n verachtelyk zoodje! Het Nede Volk heeft het zoo gewild en mag dus niet klagen. De voorgenomen verandering van Kiesstelsel - d.i. 'n onbeduidende verandering in dat malle stelsel - zal niets baten. De verkoren dorpsgrootheid van 501 tegen 499 stemmen, zal geen haar beter zyn dan de tegenwoordige van 51 contra 49. Die heele parlementery is apenkool. Want al werden er goede keuzen gedaan - dat ondenkbaar is! - 'n vergadering is altyd beneden 't peil van den allerminsten der broederen. Ideen 4-9.)- Ik Lid der Vertegenwoordiging? Wel, ik hoop dat men my kiest. Maar ik verwacht het niet. En als't gebeurt, zal ik blyk geven van den ernst waarmee ik vergaderingen minacht.- De Havelaarszaak? Die is versleten, afgezaagd, widerwärtigGa naar eind12.. My zelf hangt ze de keel uit. Of liever, niet zy, maar de belachelykheid der middelen waarmee men - en eens ikzelf - meende haar te kunnen doen zegevieren. Wie voor Havelaar spreekt doet denken aan den dominee die over kuischheid ging preeken in de rotterdamsche Zandstraat. De 4-500 boeven die in ons arm landje den buit deelen... (een lystje der soorten komt voor in 't slot van m'n kruissprook)Ga naar eind13. nu, zy zorgen wel dat het Havelaar niet gelukken zal wat blykens 't slot van Pruisen & Nederland op myn program staat. Schoon schip maken. Zie daar m'n wachtwoord. Eenige dozynen schelmen in't tuchthuis! | |
[pagina 240]
| |
Ja, daarvoor zorgen zy wel! En de modernen doen dapper mee. Uit den Dageraad zie ik dat ‘De protestant, godsdienstig weekblad in vryzinnigen geest’ den Volke meedeelt dat: ‘deftige heeren en aanzienlyke dames
jonge mannen en zelfs meisjes...
door de lezing van Multatuli's
werken verzoend zyn geraakt met
wat gemeen, en gewend aan wat
vuil is.’
Ik weet niet waarmee m'n lezers verzoend of waaraan ze gewend zyn geraakt. Maar wel weet ik dat ik nooit iets gemeen of vuils gedaan, gezegd of geschreven heb. (Hobbel die overigens dapper tegen die aardigheid te-velde trekt, schynt hierover toch eenigszins anders te denken daar hy me van gemeen- en vuilheid slechts komparatief vryspreekt, d.i in vergelyking met de H. Schrift. Nu, dat zal 'n lapsus wezen) Ik 'n voorzanger in 't vuile en gemeene! Kàn 't vuiler, gemeener, laaghartiger? Neen, schryven over maatschappelyke toestanden wil ik niet. Als ik schryven kàn moet ik kopie leveren aan m'n uitgever by wien ik in't kryt sta. Bovendien, pour se disputer, il faut être d'accordGa naar eind14.. Ik sta in m'n beschouwingen op 'n geheel ander standpunt dan byv. gy & Nieuwenh. Volgens my is de tyd van redeneeren, betoogen, bewyzen, voorby. Er is handeling noodig. En dáártoe had ik willen overgaan als me niet uit den afloop van die armzalige Huldeblyk zaak was duidelyk gemaakt dat ik geen degelyke party aan mn kant heb. Men heeft me een te leesbaar testimoniumGa naar eind15. van onmacht uitgereikt, dan dat ik zonder krankzinnigheid donker alweer!- Ik wou dan zeggen dat ik geen lust heb ten-velde te trekken zonder troepen waarop ik rekenen kan. Die heb ik niet! De statistiek der cyfers wyst my 'n rangstandpunt aan zoowat naast den koetsier van Fransen van de Putte of den tuinbaas van V. Twist. 't Zou dus dwaasheid zyn ‘verzamelen’ en ‘chargeert!’ te blazen. Dit in antwoord op Uw voorstel om de Havelaarszaak weer optevatten. Dat gy daarvoor flink en openlyk party hebt getrokken, is waar. Dit deden ook (weinige) anderen. Maar... ammunitie | |
[pagina 241]
| |
om in 't veld te treden heb ik, hebben wy, niet. Een campagne is dus ongeraden. Hier en daar 'n beiläufigenGa naar eind16. zyslag, ach ja, al was't maar om 't gemoed 'n beetje te luchten. Maar stryd metGa naar eind17. kans op goeden uitslag zou in ons verrot land dwaasheid zyn. Wat my betreft, ik moet kopie leveren, en ga dus verssies maken of vertellinkjes. On l'a voulu!Ga naar eind18. Zoo-even las ik 'n verslag van PiersonsGa naar eind19. ‘rede’ in 't Odeon. De reporter noemt die ‘belangryk’. Hebje van z'n leven!- Pour se disputer &c. Weetje wel dat ik 'n tegenstander ben van de Onderwyswetten, precies als 'n orthodox, als'n katholiek, als Schaepman? De inmenging van den Staat - wacht even. Hierby den brief dien ik zond aan- Hy arriveert morgen, en wel omdat ik nu - de br. moet weg adieu tt DD |
|