Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[5 maart 1884
| |
[pagina 112]
| |
je. Dat wascht je de oceaan niet af. 't Is maar dat je niet liegt of steelt - er was hier geen enkel theelepeltje van besl.Ga naar eind1. zilver weg na je vertrek - maar toch ben je een Zigeunertje. En ook - een beste lieve goeie meid! Wat ik tegen je heb, is dat je niet al sedert lang ons weer hebt opgezocht. Daarmeê had je ons zeker groot genoegen gedaan. Soms dacht ik dat je ons onverwacht zoudt komen verrassen. Maar, jawel, als ik eens zonder te weten wie er kwam, de schel hoorde, waren 't gewoonlyk... àndere Zigeuners, neven, nichten en grootmoeders van je. Misschien ook kleinkinderen, maar dat wil je, als meisje, zeker niet weten. Hoe 't hier gaat? Dat is niet zoo in weinig woorden te zeggen. Ik erger me geweldig over veel zaken buitenshuis maar in huis is alles vredig, genoegelyk en zoo opgeruimd als de omstandigheden toelaten. Onze Wouter wordt 'n rechte Alias. 't Kind is zoo levenslustig en vroolyk dat het 'n oud mensch jong maakt. Hy plaagt de meid van belang. Gelukkig is zy 'n goedige dikkert - magere menschen zyn boos, dit weten jy en ik! - die alles van hem verdraagt, meer dan eigenlyk goed is. Toch is 't kind niet stout of boosaardig, o neen. Maar lastig van levendigheid! Dat zal wat geven als hy 'n jaar of 10, 12 ouder is! Van je broêr hoor ik niets. Dit spyt me wel, maar ik neem 't volstrekt niet kwalyk. Hy heeft 'n hekel aan briefschryven, en dit is begrypelyk. Men schryft altyd òf te weinig òf te veel, en nooit naar z'n eigen zin. Een brief dien men 2, 3 dagen liggen laat, gaat gewoonlyk in den prullemand. Hm, daarom zal ik dezen terstond verzenden. Ik zal Mies vragen of ze hier nog 'n groetje by wil doen. Dag beste lieve Marie, als je komt zal je heel welkom zyn, dat weet je wel. Vriendelyk gegroet van Dek-
Gut, we weten wel dat je verhuisd bent, maar je gaf je nieuw adres niet op. Ik zal dezen dus maar aan 't oude adresseeren. Zorg evenwel dat we weten waar je uithangt. Zie je, dat heb je nu van Zigeuners. Dan zyn ze hier, dan daar. Dag, beste marietje!- Mies zegt dat ze je toch schryven wil, en dit over eenige dagen graag doen wil, maar gaarne eerst zeker was van je adres. Alzoo, deel ons dat mede, al was 't maar op 'n briefkaart.- | |
[pagina 113]
| |
Bedank Nelly wel voor haar felicitatie. Ik hoop spoedig háár te kunnen gelukwenschen met haar huwelyk.- Ik hoor nu dat er toch 'n lepeltje weg is. Dat heb je van die Zigeuners! Nu moet je hier komen om je te verantwoorden, hoor je! Er is 'n stel van drie door gebroken. |
|