Volledige werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883
(1991)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdMultatuli en zijn vrienden!Multatuli wordt door zijn zoogenaamden vrienden meer geprezen dan gelezen. Dat is een ongeluk, wat hij met velen gemeen heeft. Het zijn er dan ook vrienden na! Verbeeldt u dat HobbelGa naar eind1. zich onzen vriend noemde, wij zouden hem vriendelijk voor die eer(?) bedanken. Welnu, er zijn velen van dat soort, die zich vrienden noemen van Multatuli. Dat wil daarom nog niet zeggen dat Multatuli hen ook als zijn vrienden aanneemt. Dat zij verre! Die veelgeprezen Multatuli levert in zijn Ideën heel wat koren op onzen molen. Onder anderen is hij voorstander van algemeen stemrecht, waarvan hij getuigt: ‘het is de eenige manier om de stemming iets minder schadelijk te maken dan ze nu is.’ Ook komt hij tot de slotsom dat de Kamers het volk niet vertegenwoordigen. Over den regeeringsvorm zegt hij: ‘het ideaal eener regeeringsvorm is afwezigheid van regeeringGa naar eind2..’ (Dit is een anarchistische | |
[pagina 774]
| |
stelling.) ‘Wat maakt het naderen tot dat ideaal mogelijk? (....) Dit streven nu naar het ideaal wordt door de zich noemende voorlichters eenvoudig tegengewerkt, maar ze vinden toch die Ideën van Multatuli mooi. Die ellendige mooivinderij die ontslaat van de poging tot toepassing er van in de praktijk, is de oorzaak van veel kwaad. Wat is het hoofddoel van een vertegenwoordiging? Multatuli zegt en wij met hem: ‘1o aan de regeering te doen weten wat de wenschen zijn van 't volk, 2o. door 't afstemmen van wetten de uitvoerende macht te stuiten in 't verijdelen of tegenwerken van die wenschen; 3o. door 't aannemen kracht te geven aan de wetten, die wèl overeenkomen met de wenschen des volks.’ Welnu wie is nog naif genoeg buiten de belanghebbenden om te meenen dat onze Kamers aan dit hoofddoel beantwoorden? Het is volkomen waar dat men erop uit moet zijn, om de verkiezing zóó in te richten, dat men de meeste kans heeft om die personen te verkrijgen, die den wil des volks kennen en daarnaar doen. De tegenwoordige manier van verkiezing levert de geringste kans daarvoor op. Wij stemmen daarom geheel met Multatuli in wanneer hij beweert dat de kamerleden gekozen zijn naar eene geheel willekeurige, op niets degelijks berustende, zeer ondoelmatige en gevaarlijke kiesregeling. Niet Multatuli alleen is verontwaardigd over de onbekwaamheid, onbeduidendheid en middelmatigheid onzer vertegenwoordigers, welke drie hij samenvat in het woord misdaad. Ja misdaad, want het is misdadig plichten op zich te nemen, zonder dat men in staat is ze te vervullen. En toen Multatuli schreef dat de Kamers bedorven of verrot waren, toen was het waarheid, maar nu na eenige jaren is de staat van verrotting toegenomen en het riekt alles reeds. Wanneer nu die zoogenaamde vrienden van Multatuli, al die grootheden die hunne namen zetten onder een circulaire, waarin steun wordt gevraagd voor dien dapperen kampioen van de gezonde volksontwikkeling, allen meewerkten om verandering te krijgen, wanneer zij zijn woorden eens wat minder mooi vonden, maar er iets meer naar deden, dan zouden wij heel wat sterker zijn en daardoor onze overtuiging niet alleen behoeven te bestaan in vooruitgang van... ontbinding. Maar neen, gij zoekt die mooi- | |
[pagina 775]
| |
vinders te vergeefs vooraan in de gelederen van hervorming, zij loopen mede in het gewoontegareel en doen niets om te helpen, dat eindelijk gedaan wordt wat het algemeen belang eischt. Waar zijn zij die ook hun stem verheffen om brood en kennis voor allen te eischen? Zij roepen ons toe: gij overdrijft, gij zijt eenzijdig, wij antwoorden neen, wij weten dat de werkelijkheid ook de zwartste schilderingen overtreft en daarom roepen ook wij steeds en altijd op nieuw buitendien meenen wij dat de ellende moet worden uitgeroeid. Daarom roepen wij dezulken toe: leest de werken van uw meester Multatuli, overdenkt en wordt wijs, maar prijst niet langer met de lippen, waar gij in de toepassing achterblijft. En anders zijn zij klankenvereerders, mooivinders en over dezulken breekt de meester zijn staf op onbarmhartige wijze, anders doet gij hetzelfde wat gij afkeurt in de rechtzinnigen: gij wilt den persoon vergoden, maar vertrapt zijn beginselen. En ook gij verdient niet anders dan een wee u! |