Volledige werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883
(1991)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[22 augustus 1883
| |
[pagina 717]
| |
Maar beste kerels, ik kan waarlyk niet komen. Ik ben zeer belemmerd in m'n bewegingen. Zoo gaarne wilde ik ook de tentoonstelling zien maar ook dat kan niet. Och, spaar me de uitlegging. Ze is verdrietig. Maar zonder den ellendigen kath. Imperat.Ga naar eind16. die me hier vast houdt, zou 't de vraag zyn of ik geschikt ben voor byeenkomsten, debatten, oraties & feestelykheid? Misschien niet, doch hierover behoef ik niet natedenken: ik kan niet!- Daar kwam m'n vrouw by me, zy die even als ik geroerd was door den innig-hartelyken toon van Uw briefkaart. Ze poogde my te bewegen daaraan te beantwoorden door uw uitnoodiging aantenemen. Maar na eenige opmerkingen moest ook zy erkennen dat het onmogelyk is. Ik lig aan ketenen. Basta!- Beste Muller! Gy zult hier altyd welkom zyn, en ieder die door U gezonden wordt. Vergeet dit niet. Wilt ge zoo goed zyn, m'n vrouw: M.F.C. Douwes Dekker geb. Hamminck Schepel voortestellen als Lid? Ook wenscht zy abonnée op het Tydschrift te zyn. Laat dan s.v.p. de gratis-toezending aan my ophouden. Ik ben u zeer dankbaar voor de zoo trouw gezonden nummers. Hé, was de gissing juist dat het aan Juff. Haighton uitgereikte stuk slechts 'n formulier was dat gewoonlyk wordt gebruikt voor leden die van Gemeente verwisselen? Ik kan niet gelooven dat men er iets gedrukts op nahoudt voor personen die de kerk (d.i. de heele geloovery) den rug toekeeren. De zoodanigen zyn zoo talryk niet. De Heeren houden zich onnozel en doen alsof Juffr. H., van woonplaats verwisselende, zich elders wil laten inschryven. Ook zònder verplaatsing kan zy, meen ikGa naar eind2., met het ontv stuk zich laten opnemen onder de leden der Waalsche Gemeente te Amsterdam. Er is iets grappigs in die JocrissiadeGa naar eind3., iets dom-slims. Maar 't lag in den aard der zaak. Hoe kan iemand ontslagen worden uit het Kerk-verband daar die Kerk door geen persoon, door geen collegie, vertegenwoordigd wordt? By 't Katholiscisme is dit anders. Paus en concilie hebben stem. Vandaar dan ook dat die kerk krachtGa naar eind4. uitoefent. De heel- of halfbakken Protestanten zyn machteloos. Zie eens, ze durven niet eens den minister aan, die PoppinkGa naar eind15. strafte omdat hy zich schuldig maakte aan gebrek | |
[pagina 718]
| |
aan eerbied voor dien Tetzel! Het stuk van den Dageraad over die zaak is, meen ik, best geschreven, maar ik verwonder me dat ook dáárby m.i. de hoofdzaak uit het oog isGa naar eind5. verloren, namelyk: dat de onderwyswet-zelf 'n onding is. Ik laat daar of Poppink tegen die wet handelde - misschien niet eens. Me dunkt dat hy nogal flauwtjes party trok voor Luther, flauwer dan hy eigenlyk tegenover de protestanten kan verantwoorden. En hy spaarde de katholieken door niet hun kerk doch de misbruiken in die kerk te laken. Maar, eilieve, wat is dat voor 'n wet die zulke kwestien kan in 't leven roepen? Eerbied voor 't gevoelen van andersdenkenden is onzin. Men neemt 'n gevoelen al of niet aan, maar ‘eerbiedigt’ wat eer verdient, en dit is met 'n ‘gevoelen’ nooit het geval. Een gevoelen ontzien (respicere)Ga naar eind6. kan te pas komen. Ik ontzie Bismarck (en den Ingelh. agent van polisie) omdat ik 't kortste end trek als ik met een hunner in conflict kom. Ik ontzie den waan der krankzinnigen als ik in 't gekkenhuis ben, omdat ze met hun allen de macht hebben my 'n kool te stoven. Ik ontzie 't plebs by 'n processie, omdat m'n hoed 2, 3 mark kost.- Maar eerbied? Dank je wel! Laat ons die aandoening bewaren voor: goede trouw, offerwilligheid (waar offer noodig is!) oprechtheid, eerlykheid, moed, &c.- De Onderwyswet is 'n domheid, 'n politieke fout, 'n schandelyke tyrannie, 'n gruwel! Tot op zekere hoogte ben ik in m'n oordeel over dat prul geheel aan den kant der styf-orthod. & Jezuiten. Dat die heeren eigenlyk beoogen zelf de macht in handen te krygen die ze nu den Staat misgunnen, weet ik wel, en dáártegen zou ik me verzetten (als ik kon. Want ik heb niets intebrengen, wat zeer jammer is!) Maar zóóver zyn we nog niet. We leven onder de macht van haagsche pausjes, haagsche consilietjes. Poliepen! Knip er wat af, 't groeit weer aan. Die verkiezingen? Lood om oud yzer! Verandering in 't stelsel van kiezen? 't Geeft niets! althans zoolang men zich bepaalt by den eisch: den census afteschaffen of te wyzigen. Misschien zou 't (doch dan ook maar voor korten tyd) baten, de groepeering der stemmen iets natuurlyker te maken. Toch dàn ook bleven wy overgeleverd aan de krantenschryvers, en na weinig tyds zouden de door 't gansche land gekozenen zich aaneenklieken tot 'n focus van bederf. Men meene niet dat (zg.n. politieke) partyschap die heeren verdeelt. Dat is't spelletje dat zeGa naar eind7. | |
[pagina 719]
| |
in 't Publiek spelen pour se donner un genreGa naar eind8.. Als ‘Kamerleden’, verdeelers van den buit, zyn ze homogeen. ‘Geen vreemde eenden in den byt’ is hun parool. De eenling die, onder hen verdwaald rakende, zou trachten zichzelf te blyven, wordt dood verklaard en kan niet den minsten invloed uitoefenen. 't Is 'n verrotte boel! Er is 'n CromwellGa naar eind9. noodig, iemand die 't: ‘weg met die voddery!’ uitspreekt. Nu dit is geen kunst. Maar 't moet zóó kunnen gezegd worden dat de ‘geachte leden’ er naar luisteren en hun biezen pakken. Cromwell wist op wien hy rekenen kon. Neem zulke opmerkingen niet aan als: politiek regeerings systeem. Godbewaarme! Medicyn is geen voedsel. By kanker is de eisch niet dat men den patient 'n leefregel voorschryve die voor den gezonde past. Er moet gebrand en gesneden worden. Na 't slagen van die kuur is 't hygienisch dieet van later zorg. Beschaving? Algemeene leerplicht? Wel, de haagsche heeren hebben behoefte aan beschaving. Als ik eens 'n lystje leverde van de blyken dat zy gewoonlyk ook in allerlaagsten zin, beneden hun roeping staan... nu ja, dan was er nòg niets bereikt! De tyd van spreken, schryven, redeneeren, betoogen, debatteeren, parlementeeren is voorby. Die kunstjes zyn (als verlepte stadhuiswoorden) afgedaald tot den ondersten treê van den maatschappelyken ladder. ‘Et pourquoi parlez-vous donc?’Ga naar eind10. riep men eens Emile de GirardinGa naar eind11. toe, toen hy iets dergelyks betoogde. Nu ja, hy sprak in 't Publiek, en ik schryf nu aan... de auteurs van dien schoonen briefkaart.- Dag beste Muller. Mn vrouw heeft wat last van kiespyn, maar is overigens wel. Zy laat u hartelyk groeten. Wouter is gister met ons naar de kermis geweest, zegge: duitsch kermisje, de Mainzer Messe. Hy heeft het geraamte van 'n walvisch gezien, en 'n zoeloe of twee, sakkerloot! ‘Diese Leute haben gar keine Religion!’Ga naar eind12. verzekerde de explicateur. (Hèm keek de Religion de oogen uit, en ook Publiek was er vol van, dat spreekt.) De entree was 10 pf. Ik dacht er aan, me voor 9 te laten kyken. Maar ik wou dien bruinen stakkerts geen afbreuk doen. De walvischman had de Religion gehad z'n skelet hier en daar met wat traan te begieten. Z'n tent rook naar Nova Zembla. Al die religionsmenschen foppen elkaar zoo hard ze maar kunnen. Dat men kwakzalvert kan ik | |
[pagina 720]
| |
begrypen. Maar dat twee of meer kwakzalvers er in slagen elkander vice-versa te bedriegen, komt me vreemd voor. Nog altyd lachen de augurenGa naar eind13. niet als ze elkaar aankyken.Ga naar voetnoot*- Adieu, hartelyk gegroet en geloof dat het me zeer spyt niet te kunnen komen. t.a.v. Dek |
|