Volledige werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883
(1991)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 697]
| |
[11 augustus 1883
| |
[pagina 698]
| |
(meen ik) heeft gezegd: ‘j'ai connu de bons mariages, mais je n'en ai jamais vu de délicieux.’Ga naar eind3. Ik weet niet wat hy met ‘delicieux’ bedoelt, doch als hy daarmee zeggen wilde dat geen huwelyk ooit beantwoordde aan de eischen die we stellen in onze hoogdravende verbeelding, had hy gelyk. Dan echter is 't ook maar 'n waarheid à la PalisseGa naar eind4. - zooals de meeste dictonsGa naar eind5., ten zy ze ònwaar zyn - want niets ter wereld beantwoordt aan de illusie. En dit niet omdat de Natuur 't goede niet levert, maar omdat wy meer dan 't goede - d.i. iets ànders dan 't ‘goede’ - verwachten. De beste bruidegom (wezenlyk, Jo!) is maar 'n mensch. En de liefste bruid - (waarachtig, Snelleman) is maar... nu ja, ook maar 'n mensch! Och, weest er bly om! Engelen zyn 'n vervelend volkje. Niets gaat boven 't eenvoudig-goede. Daarom zeg ik zoo weinig niet, als ik U van ganscher harte 'n goed huwelyk toewensch. Ik mag niet lang schryven, omdat ik... schryven moet. 't Heeft iets van den molenaar die zich van wyn moest onthouden omdat-i geen water had. Ik moet de dingen waarin ik 't hartelykst deel neem, wegdringen om me bezig te houden met schryvery voor 't métier, iets dat me vreeselyk tegen de borst stuit. Niemand zal ooit kunnen beseffen hoe alle publiciteit me walgt. Ik blyf er dan ook by dat er iets indelicaats, en dus: onzedelykheid in ligt, zich en z'n intieme gedachten te laten kyken aan Publiek. En 't ergste daarvan is nog dat men z'n vrienden moet afschepen met den afval van z'n gemoed, of zelfs met niemendal. De natuur geeft niets present, maakt twee nooit tot drie. Wie z'n ziel op de pers laat leggen, kan haar niet gebruiken voor wat anders. Wees zoo goed aan HenrietteGa naar eind6. te zeggen dat ik er naar verlang, haar te schryven. En U, Snelleman, verzoek ik - zeker zult ge lachen, omdat ge niet terstond het verband vat - U verzoek ik latyn en grieksch te leeren. 't Verband zit hem in Henriette's studien en 'n gesprek dat ik eergister had met Dr Muller (den Dageraadsman)Ga naar eind7. over 't al of niet nuttige van 't klassieke. Meen niet dat ik een naprater ben van de ouwerwetsche aanhangers der zaak. Ik meen goede gronden voor m'n opinie te hebben als zelfstandig beoordeelaar en zelfs als vinnig tegenstander van de luî die schynen te denken dat latyn en grieksch àlles, of zelfs 't voornaamste, is. O neen. 't Is byzaak, maar 'n nuttige byzaak, en als zoodanig niet te versmaden. Als huwelyksgeschenk bied ik u dus den raad aan, u te gaan verdiepen in mensa, mensaeGa naar eind8.. | |
[pagina 699]
| |
En... terstond, alsjeblieft! Want zie, als ge den sprong door dat tonnetje uitstelt tot... ja, tot wanneer? Als ge uitstelt, zal er 'n oogenblik komen dat Jo uw gedeclineer toepast op zich zelf, en huilend by haar mama zal komen klagen dat de honeymoonGa naar eind9. uit is, want dat haar booswicht van'n ega haar verraden heeft pour les beaux yeuxGa naar eind10. van τύπτω,τύπτειςGa naar eind11. (vraag aan Henriette.) Als ge nu terstond begint, kan ze 't later niet uitmaken voor 'n nieuwe liefde. Jo zelf moet er op aandringen. Ik geef haar in overweging u op rantsoen te stellen (7½ kus daags?) tot ge haar in 't grieksch kunt bezweren U op ruimer dieet te stellen, en haar te verzekeren dat ze 't liefste vrouwtje van de wereld is. (Zonder gekheid, als redakteur is bekendheid met de z.g.n. klassische litteratuur, ook als men de schryvery slechts beschouwt als: industrie, als kostwinning, zeer nuttig. ‘Zoogenaamd’ klassiek, zeg ik want ik weet niet wat men eigenlyk met dat woord bedoelt. Op zichzelf beschouwd is't bestudeeren van oude talen niet belangryker of verhevener dan 't leeren van boerenfriesch. Maar wèl is't van belang, in verband met de eischen des tyds, en ter beoordeeling van wat er op de ‘oudheid’ gevolgd is en nu bestaat. ‘Klassieke’ studien (mooi of leelyk dan, die vertellinkjes en wyzigheidjes der oudheid. Ik loop er zeer dikwyls niet hoog mee, o neen!) toch geven zy inzicht in de wordingsgeschiedenis der denkbeelden. Maar nu toucheer ik aan dingen waarover ik aan Henriette schryven wou en wil, dus basta voor vandaag.)- Ja, basta! Wat 'n rare felicitatie-brief. Neem 't voor lief. Dat zùlt ge. Want in de stemming dezer dagen ziet ge alles (ook malle brieven) door 't gekleurd glas van uw eigen geluk. Ja, liefhebben is: goed zyn. Welnu, hebt elkander lief, en weest goed en weest gelukkig! Maakt ge een reisje? Zoo ja, waarheen? Leidt uw weg langs N. Ingelheim? Natuurlyk zult ge hartelyk welkom zyn. Maar als ge niet hier komt, maak geen excuses. Ik begryp en billyk zelfs, dat men op 'n huwelyksreisje liever slechts vreemden ziet. Mag ik u verzoeken myn beleefde groeten over te brengen aan de familie Dupont? ja, allemaal hartelyk gegroet! Uw liefhebbende Dek | |
[pagina 700]
| |
O Snelleman, o Snelleman, berst van jalouzie, broodnyd, woede! M'n vrouw heeft 30 zeer welvarende zeer flinke, zeer mooie, zeer geslaagde zeer... al wat je wilt halfwas kippetjes voor (ik meen) 60 penning 't stuk verkocht! Pends-toi, Crillon!Ga naar eind12. (Toch betwyfel ik de réussite der zaak op groote schaal) alzoo: ne te pends pas!) |
|