Volledige werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883
(1991)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 574]
| |
[4 april 1883
| |
[pagina 575]
| |
alsnog! - genezen heeft. Ik moet u dit zeggen, al doet het me leed, omdat ik zoo bang ben U verkeerde aanwyzingen te geven. My verwondert de onvoldoende uitslag der zaak in't geheel niet. Ge weet met hoe weinig hoop ik my aan de kuur onderwierp. Toch heb ik religieus de pillen ingenomen, en ik zal daarmee voortgaan tot ge my halt toeroept. Ik beschouw my meer als onderwerp van studie, dan als gewoon patient die op genezing hoopt. Daaraan geloof ik niet.- In de couranten lees ik dat men er in geslaagd is (te Stutgart, meen ik) honden en katten 'n stuk van den long aftenemen en ze, na volkomen herstelling van de operatie, in 't leven te houden. Men was nu bezig dit experiment toetepassen op 'n teringlyder. Zoo zegt 'n krant. Men hoeft het dus niet te gelooven. Hebt ge er van gehoord? (Meen niet dat ik dit nieuwtje in verband breng met myn asthma die, naar ik meen, niet te maken heeft met tuberculose. M'n vrouw die 'n dik gezicht heeft van kiespyn, laat U vriendelyk groeten. Wouter is springlevend. Wat mezelf betreft, ik geloof dat ik vry wel zou zyn, en dat ook het asthma minder wezen zou, als ik me minder ergerde over de publieke zaak. Wat 'n laffe knoeiboel dat parlementje spelen! Merkt het Volk dan niet dat men 't voor den gek houdt? Adieu, met vrouw & kinderen hartelyk gegroet van tt DD |
|