Volledige werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883
(1991)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[23 februari 1883
| |
[pagina 558]
| |
Ge zegt, Woensdag of donderdag (28 febr. of 1 Maart) te zullen komen. Hoe gauwer hoe liever, en blyf asjeblieft zoo lang uw zeer belangryke plichten thuis, het u veroorloven. Reeds schreef ik u gister dat wy heel gaarne zagen dat ge 'n paar uwer kleinen meenaamt. Als 't U niet te lastig is op reis, hier is 't volstrekt geen bezwaar. Ja, twee is ons nog makkelyker dan een, daar ze zich dan met Wou beter amuseeren. Noch voor slaapplaats, noch voor drukte heeft dit het minste bezwaar in, geloof dit, lieve Lina. We zullen 't fideel vinden dat ge 't doet. En Wouter verheugt er zich op. Verbeelje, ik heb vandaag met hem 't Ryk alleen. Mies is in haar eentje naar Mainz. Die zieke vrindin uit ArnhemGa naar eind2. wordt door haar beide schoonbroeders naar Montreux geleid, en gister telegrafeerden ze ons dat ze hedenGa naar eind3. te Mainz zouden komen. Ik had niet gedacht dat het er toe komen zou daar de patiente zeer zwak is en den laatsten tijd telkens bloed opgaf. Toch heeft ze dóórgezet. 't Was 'n idee fixe, maar ik vrees dat ze Arnhem nooit weer zal zien. Hoe dit zy, Mies had te Mainz kamers besteld en is er nu weer heen om hen te ontvangen, weg te wyzen of liever terecht te helpen, &c. Dit is de reden dat Mies u niet schryft. Als ze't deed, zou ze natuurlyk net schryven als ik. Dus lieve, over 3, 4 dagen verneem ik den juisten dag, niet waar? Ik vind het vreeselyk dat we geen rytuig zullen kunnen krygen. Toch zal ik er moeite voor doen. Dag beste meid. Ik vind je heel heel lief dat je hier wilt komen. 't Zal me goed doen. Hartelyk gegroet Dek |