lijsten der deelnemers zouden worden afgesloten en dat een edel mensch daaraan nog f5000 wenscht toetevoegen als wij gezamenlijk instaat waren de thans reeds ingezamelde bijdragen met nog f4000 te verhoogen.
Onder de personen wier aandacht ik op dit feit wensch te vestigen, behoort U in de eerste plaats en ik reken mij zulks ten plicht, ook om later van U geen welverdiend verwijt te moeten hooren. Aanbeveling van de zaak zou tegenover U eene beleediging zijn. Met de U verschuldigde achting en na vriendelijke groeten noem ik mij,
Mevrouw,
Lina de Haas Hanau
v/h 17 Mei 82.