Volledige werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883
(1991)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[8 april 1882
| |
[pagina 168]
| |
waarheid lief hebben, maar, als Elia vreezende alleen te staan, den moed niet bezitten, die te doen hooren. Dat de bekende circulaire aan onze universiteiten weinig of geen instemming heeft gevonden, is een verschijnsel van niet geringe beteekenis. Is het, omdat het jongere geslacht Multatuli over het hoofd gegroeid is? Is hij - die tien en meer jaren geleden aan de universiteiten vereerd werd, thans die hulde niet waard? Of heeft men veeleer zijn theorieën op oneerlijke wijze zien toepassen en daarom die theorieën verworpen? Of is de geest der achttiende eeuw zoo levendig over ons, dat men algemeen zijn voordeel zoekt in de wijze (!) les Wat de heeren wijzen
Moeten wij prijzen,
en dus liever nooit de oppositie steunt? We gelooven, dat al deze redenen samenwerken en dat we dit ervaren, is een resultaat waarvoor we de verspreiders der circulaire dankbaar moeten zijn. We zeggen verspreiders, want niet alle onderteekenaars hebben iets met de zaak te maken. We zijn het A.H.B. dankbaar voor de uiting van vrees, dat bij enkele onderteekenaars de politiek niet vreemd was aan hun toetreding; men spreekt van een manifestatie tegen de regering! Is dat zoo, hoe rijmen we dat dan met die hulde aan de waarheid! (....) Waarlijk Multatuli mag met den ouden generaal bidden: ‘Heere bewaar mij voor mijne vrienden; met mijne vijanden zal ik zelf wel klaar komen.’ Niet onvermeld blijve de laaghartige ongeteekende advertentieGa naar eind2. door eenige aanzienlijke (!) personen geplaatst en door enkele bladen geweigerd, waarin de hulde ontraden wordt om éen - door velen nooit in 't recht verband gelezen en begrepen woord van den man, die rijker dan iemand aan aphorismen, eerst begrepen wordt, waar men de historie dier aphorismen kent. Dus alweer strijd! |