Volledige werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883
(1991)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdMiddelburg 20 Maart.
| |
[pagina 33]
| |
genie en door onvermoeiden, afmattenden arbeid aan eene reeks van werken het leven geschonken, welke tot het schoonste en oorspronkelijkste behooren wat de Nederlandsche letterkunde ooit heeft voortgebracht. Een dichter en denker, die aldus arbeidt, bewijst diensten aan zijn nationaliteit, welke niet met ondank mogen vergolden worden. In Nederland geeft echter de letterkunde aan hen, die haar als vak beoefenen, nauwelijks een middel van bestaan, veel minder eene belooning, geëvenredigd aan den luister, die hunne werken voor altijd aan het leven der natie schenken. Behalve deze aanspraak op de nationale dankbaarheid, heeft Multatuli ontelbare Nederlanders persoonlijk aan zich verplicht. Zijne werken bezitten bij uitnemendheid de eigenschap van, behalve te bekoren door hun vorm, tot eigen geestes-arbeid op te wekken. Wie aldus door hem tot onderzoek en nadenken gebracht is, heeft, onverschillig welke de slotsom daarvan geweest moge zijn, een belangrijk gedeelte van zijn geestelijk leven aan Multatuli te danken. Om al deze redenen gelooven wij dat de oproeping, om aan Douwes Dekker door een stoffelijk teeken te doen zien dat hij niet voor ondankbaren heeft geleefd en gewerkt, bij onze landgenooten weerklank behoort te vinden. Hetzij men in den schrijver van den Max Havelaar het moedig slachtoffer van edel plichtbesef lief heeft; hetzij men in den auteur der Vorstenschool den dichter bewondert, die aan den boom onzer dramatische letterkunde een zijner schoonste en pittigste vruchten heeft doen bloeien; hetzij men de denker waardeert, die sprekende en schrijvende overal het ‘zaad’ zijner Ideeën heeft gestrooid; hetzij men in den schepper van Wouter Pieterse, van de Millioenenstudien, van de Specialiteiten-Studie en van zoo menig ander geschrift slechts den meester ziet, bij wien al onze jongere letterkundigen ter school gaan, - in elk dezer gevallen heeft men reden zich aan te sluiten bij het werk waartoe thans onze medewerking gevraagd wordt. Namen van goeden klank worden onder de zeventig onderteekenaars gevonden. De kunst en de letteren, de wetenschap en de journalistiek, de ambtenaarswereld en die der militairen zijn er vertegenwoor- | |
[pagina 34]
| |
digd. Niet zonder aandoening zal Multatuli, wanneer het stuk hem onder de oogen komt, er den naam onder vinden van den gepensioneerden luitenant-kolonel van het Indische leger A. Collard, die als militair kommandant te Rangkas-Betoeng (Duclari van den Max Havelaar) van Douwes Dekker's worsteling en lijden getuige is geweest. Zijne handteekening komt voor de zooveelste maal het zegel zetten op de feiten der akte van beschuldiging, welke Multatuli tot de Nederlandsche regeering heeft gericht en die tot dusver door niemand op afdoende wijze is weerlegd. Aan Multatuli's vrienden, geestverwanten of bewonderaars is thans de taak om te zorgen, dat indien het nageslacht op grond dier aanklacht over het Nederlandsche volk van onzen tijd het ‘Schuldig’ moet uitspreken, het aantal persoonlijke uitzonderingen op dat vonnis althans groot moge zijn. |
|