Volledige werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882
(1990)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[27 februari 1882
| |
[pagina 729]
| |
verleden jaar bezoek van drie studenten, (juristen) Een daarvan was de heer I.E. De Sturler, schryver van ‘Granada en de Alhambra.’ Hy zond my van dat werk een present-exemplaar. Moet of mag ik daaruit opmaken dat hy in de door U bedoelde termen valt? Doch al ware dit zoo, ik weet niet of hy nog altyd te Leiden is. Ook zyn bezoek, na m'n voordracht over de vraag: ‘waarom straffen wy?’ kon stipt genomen slechts de beteekenis hebben van instemming met 'n paar afkeurende opmerkingen over 't nieuwe (zegge: opgelapte) Wetboek van Strafrecht. In allen gevalle beteekende het geen vyandschap. Ditzelfde geldt weliswaar ook van de beide heeren die hem vergezelden, maar niet baat dit daar hun namen my ontschoten zyn. Ik heb me gek gezocht naar de by die gelegenheid afgegeven kaartjes. Is't U te Amsterdam mogelyk in een L. Studenten-almanak natezien of de heer I.E. de Sturler nog altyd te Leiden is? Het doet me leed dat ik uit tegenzin om de telegraafmannen een blik te doen slaan in myn pénurieGa naar eind1. aan populariteit onder t ‘Jonge Holland’ te Leiden, niet voldoe aan Uw uitdrukkelyk verlangen om per telegraaf bericht te bekomen. Dit doelt natuurlyk op haast. Maar ik moet hierin in godsnaam maar berusten. Deze gaat straks weg. Ik bereken dus dat ge hem morgen in den vroegen namiddag hebben kunt. Daarom dan nu ook haastig gesloten. Hartelyk gegroet tt Dek
Ik kan zoo berekenen dat ge veel drukte om mynentwil hebt. En... de noodige ergernis! Ieder zal 'n duit in 't zakje willen gooien, voireGa naar eind2. 'n stukje dynamiet! |