Volledige werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882
(1990)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdMijnheer de Redacteur,In de laatste nommers van De Amsterdammer wordt de vraag besproken, wie het initiatief behoort te nemen om aan den schrijver van de Max Havelaar, den trouwen, zijn plicht doenden ambtenaar, recht te verschaffen; namelijk het jonge geslacht die slechts den 5en druk kennen, of zij, die den Havelaar zagen voor het eerst ter wereld komen. Waar zijn ze toch, vraag ik mij af, telkens wanneer ik den Havelaar lees, die ronde eerlijke Nederlanders, met hun eigenaardigen welbekenden weldadigheidszin, om zich te verdedigen tegen de aanklacht die er in den Havelaar staat, of slapen ze? Welnu, laat ons jongeren ze een stoot geven, opdat zij ontwaken en recht doen. Ziet hier een plan. Op de tentoonstelling te Parijs in 1878, bevond zich aan den hoofdingang een groote kiosk, waaruit het Bijbel- of Zendelingsgenootschap aan elken vreemdeling, fragmenten uit het N. Testament uitdeelde, in alle talen, tot zelfs in het Hebreeuwsch. Zij was er zelfs zeer mild mede. Welnu, laten wij jonge Multatuli-vrienden dit voorbeeld volgen. In 1883 zal er te Amsterdam een Internationale Koloniale Tentoonstelling worden gehouden. Nederland zal dan toonen hoe rijk en schoon, hoe productief en uitgestrekt Insulinde is. Laten wij toonen aan de vreemdelingen, hoe Nederland zijn amb- | |
[pagina 646]
| |
tenaren behandelt die hun plicht doen. Laten wij aan elken vreemdeling, die de tentoonstelling bezoekt, gratis uitreiken, hetzij een exemplaar van den Havelaar of een geschiedenis van het gedrag der Nederlanders tegenover Multatuli. Op ons jongeren mag die smet niet langer rusten, dat wij toelaten, dat men dien trouwen ambtenaar, dien groote denker doodzwijgt. In de laatste dagen worden er door het jonge Nederland gelden bijeengebracht voor de Noordpool-expeditie, laten wij hetzelfde doen voor Multatuli. Laat er een krachtige beweging uitgaan van de jongeren, om hem een hulde te brengen zijner waardig, misschien worden de ouderen daardoor aangespoord om het hunne te doen, misschien ontwaken zij uit hun koffiedutje, het heeft reeds te lang geduurd. Wie een beter plan heeft, die spreke en handele, zoo niet, dan vraag ik, wie helpt mij om het bovenstaande uit te voeren. Amsterdam 31 Jan. 1882 SalomoGa naar eind1. |