Volledige werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882

[8 januari 1882
Briet van G.C. de Haas-Hanau aan J.M. Haspels]

8 januari 1882

Brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan J.M. Haspels. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 3(⅔) beschreven. (M.M.)

WelEd Heer,

Belangstellend als Gij zijt in alles wat Multatuli betreft, ben ik zoo vrij U opmerkzaam te maken op een hem betreffend stuk van den heer Perelaer uit s'Hage, in het Handelsblad van 25 dec l.l., getiteld: Bantam en Max Havelaar. - Naar aanleiding van dat stuk geeft de Amsterdammer (weekblad voor Nederland) van heden,

[p. 615]

Zondag 8 Januari, een leadingartikel: ‘Lebak is een woestenij’. Beide stukken zijn flink, doch vooral het laatste moet dunkt me, voor Multatuli's vrienden voor ieder rechtgeaard en eerlijk Nederlander eene krachtige aanleiding zijn, om de Havelaar's zaak opnieuw te releveeren. De overtuiging dat Ge het U ten plicht stelt naar uw vermogen tot dat doel mede te werken, gaf mij de pen in de hand om U op bovengemelde stukken te wijzen. Laat ons ze verbreiden, bespreken en alzoo trachten allen invloed uit te oefenen ter verkrijging van het helaas te lang verzuimde recht voor Havelaar en zijn zaak!

8 Jan. 82

Hoogachtend

G.C. de Haas-Hanau

Aan den WelEd Heer

J.M. Haspels.