[28 december 1881
Brief van Multatuli aan V. Bruinsma]
28 december 1881
Brief van Multatuli aan V. Bruinsma. Dubbel velletje postpapier waarvan blz. 1-2 en 3 (⅙, onderaan) beschreven. (M.M.)
Nieder-Ingelheim 28 Decr 81
(Hessen) beste Bruinsma! In haast (want ik heb het druk) twee verzoeken. Ik beschik maar over je.
1o Ten behoeve van m'n zwager, Mimi's broer Albert Schepel, heb ik noodig 't adres te weten van zekeren heer (Simon?) van Giffen, een Fries die in Engeland ergens wiskunde onderwyst aan een ‘College.’ Hy was bevriend met SchookGa naar eind1. die zulke wetenswaardige mededeelingen in de Sneeker Courant schreef. Ik schryf dus ook aan Bokma.
Tweede verzoek. (dat ik ook aan Bokma richten zal.) Kunt gy iets doen om 't mannelyk stuk van den heer Perelaer in 't Handelsblad van 25 dezer te propageeren? Sedert jaren zag ik naar zoo-iets uit. Let eens op 't praatje waarmee de redaktie van't Hb. (op een der andere blzz. van tzelfde nummer) Perelaers stuk schynt te willen smoren. Me dunkt dat de zaak in staat van wyzen, en dat de tyd van uitwyken, om den kant praten en dood zwygen voorby is.
Hartelyk gegroet, ook natuurlijk Uw lief vrouwtje
Dek