Volledige werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882
(1990)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[1 december 1881
| |
[pagina 527]
| |
Mijn hartelijken wensch op de gelukkigste resultaten bezegel ik met een zusterlijken en welgemeenden kus. Dek zelf durf ik natuurlijk niet schrijven. Hem onnoodig te storen is een misdaad die ik niet op mijn geweten hebben wil. En dwaas niet waar? Eerst schreide ik van vreugd om dat Dek niet komt en later weêr van spijt omdat hij wegblijft! Voor 't eerste is alles voor 't laatste toch ook wel iets te zeggen, hè Mies? Doch liever alles opgeofferd dan hem die gedwongen ellendig vermoeiende reis weêr te zien doen. Doch het egoisme speelt soms ook mij leelijke parten. In dit opzicht schaam ik mij echter deze waarheid te bekennen. Alsof 't genot van hem te zien en te spreken zou kunnen opwegen tegen 't leed dat ik voel als ik hem ten prooi weet aan al de ellende, verbonden aan het houden van die gedwongen lezingen. Ons hart koestert soms zulke tegenstrijdige wenschen! Hoe keurig is de nieuwe uitgaaf van Max Havelaar! Haas gaf haar mij natuurlijk zoodra zij verschenen was. Nogmaals ben ik begonnen hem Max Havelaar te lezen en toen ik eergisteren avond aan kleine Lien de Saïdja geschiedenis voorlas bleef mijn stem steken... God wat is dat toch aangrijpend en verschrikkelijk!... Ik ben blij voor Dek dat de correctie van dat, vooral voor hem vreeselijke boek, voltooid is. 't Mankeert nog aan zijn leed dat hij er zich telkens op nieuw in verdiepend, even dikwijls zijn lijden vernieuwt. En weet Ge nu hoe 't komt dat ik U eerst heden schrijf? Ik ben na genoeg zonder dienstpersoneel geweest. Ze beweeren dat ze niet genoeg te eten krijgen. Nu dàt hebt Gij beter gezien, hè Mies? Zelve heb ik dus danig de handen uit de mouw moeten steken en aan brieven schrijven viel niet te denken. Op 't oogenblik is mijn vorige keukenmeid berouwvol terug gekomen en weer in genade aangenomen. Ze heeft haar zuster mee gebracht. Die zullen zich nu voortaan met ons menu zich te vreden stellen. Een klucht, hè? Ja, maar een stuitende, dat verzeker ik je. De verhouding in 't algemeen van ondergeschikte tot hun meerderen is ondragelijk slecht. De meerderen zijn naar mijn inzien daarvan grootendeels zelf oorzaak. Gemis aan karakter, en gemakzucht, doen alle laagheden verdragen en dat maakt de minderen hoe langer zoo verkeerder. 't Is onzinnig en ellendig. Waar moet dat heen? - Ik heb dus een saaien tijd gehad, Mies. Haas heeft het druk; Wat nieuws hè? Gisteren avond ging ik alléén naar de | |
[pagina 528]
| |
komedie, wèl kwam hij later aanhollen om in de pauze weêr weg te gaan maar dat is toch niet het rechte vindt Ge wel? ‘De Zoon van Coralie’Ga naar eind1. werd gegeven. Daarin komen een paar fraaie toneelen voor. Wat hebben Beersmans en D. Haspels die prachtig gespeeld! Dat zijn een paar juweelen, hoor! Bedenk eens dat die kunstenaars een lauwerkrans en twee bouquetten kregen en daarvoor moet in ons koud landje héél wat gebeuren. Er zit geen vuur in onze natie. Bijna niemand ziet er opgewekt uit. Ze zitten te kijken als half dooie schelvisschen. De meesten zitten niet maar hangen en leunen als afgeleefde lieden. Tegen alle regels der bon ton in heb ik gisteren avond zitten applaudisseeren als een man. Mijn glacé handschoenen zijn er van gescheurd, tot groote ergernis van een paar kruideniers freules die naast me zaten en zeker niets van me begrepen. Nu des te beter. En dan die praatjes naast en achter me en die beoordeeling van het stuk! Men zou ze de komedie uitjagen. Zeg aan Dek, lieve Mimi, dat ik de Mémoires van M.e de Rémusat met heel veel belangstelling heb gelezen en hem bedank voor die lectuur.. 't Is een zeer interessant werk. Wat 'n wezen die Napoleon en wat 'n omgeving. - Ik vind menschen kennis een walgelijke studie en ik ben blij dat ik maar een eenvoudig burger vrouwtje ben dat met weinigen in aanrakeling behoeft te komen. Eerst hadden de Wolfjes geen plan om het werk geregeld door te lezen. Ik heb ze dit echter sterk aangeraden en nu is de oude mevrouw reeds begonnen. Ja dat boek verdient veel gelezen te worden. Aan welk adres moet ik het zenden als de Wolven het gelezen hebben? Mies ik heb een paar groote bouquetten voor U gemaakt van mijn mooiste gedroogde bloemen. Hoelang zal ik die moeten bewaren voor ik ze je zal kunnen geven? Voor verzending zijn ze ongeschikt. Hè, laatst droomde ik dat Ge met Dek voor uw genoegen een reisje maakte en ons kwaamt bezoeken. Zou er een voorspellende geest in mij zijn gevaren? De tijd zal 't leeren. - Wolff is weêr nagenoeg beter en heeft al zijn gewone bezigheden hervat. Een weinig hoesten en opgeven is voor hem van zijn ziekte overgebleven en hoogstwaarschijnlijk zullen die verschijnselen wel nooit meer geheel wijken. Ze maken daar aan huis grooten pret voor 't St Nicolaas feest. | |
[pagina 529]
| |
De kinderen zijn wèl. Lientje is sedert sept, op de hoogere burgerschool en Riekje met de bril op voor 't eerst naar de lagere school. Ze begint al heel aardig te lezen - Hoe gaat het toch met Wou? Schrijf mij eens of hij nog wel eens van ons spreekt. De jongens en Riekje doen dit dikwijls over hem. HavekornGa naar eind2. zie ik bijna nooit meer. Laatst ontmoette ik hem op de boot naar Charlois (tegenover Rott) waar ik een curieus schildersatelier zou gaan bezichtigen. Hij debiteerde terstond een hatelijkheid door te vragen of ik bij dien schilder ging poseeren. In zijn mond is dat een beleediging. O, hij is zoo'n venijnig ventje en hij heeft zoo'n hekel aan mij omdat ik hem in gezelschap eens getroefd heb toen hij mij daartoe in de gelegenheid stelde. Nu, ik heb U meen ik van onze verhouding wel eens wat verteld. Laatst las ik in de ‘revue des deux mondes’ een novelle waarin de beschrijving voor kwam van zekeren heer die aldus luidt: Vus de profil son grand nez crochu et son crâne chauve qui ne conserve que quelques touffes de cheveux le font ressembler à un vautour déplumé.’Ga naar eind3. Vindt Ge die vautour déplumé geen goed gekozen beeld voor hem? Ik sprong op en copieerde die woorden om ze te bewaren als eens een juiste beschrijving als prijsvraag zal worden uitgeschreven. Adieu, lieve Mies, ik gis dat ik reeds schromelijk veel verg van je geduld door al schrijvende mijn neiging tot babbelen zoo ongestoord bot te vieren! Groet Dek recht hartelijk van ons en kus dien lieve Wou van ons en de kinderen en geloof mij Uw Zeer liefhebbende Lina de Haas Hanau |
|