Volledige werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882
(1990)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 508]
| |
Nieder-Ingelheim 29 Oktober 1881 Wel, dàt was n vreugd! Beste Engel en Doortje, wat hebt ge U geweerd met die equipage! Zy arriveerde gistravend en Wouter was zoo verrukt dat-i, niet wetende hoe hy z'n dankbaarheid uiten zou, aan Philip die met de kist kwam aandragen, 'n zoen gaf, hy die anders volstrekt niet zoenerig is. Toen Philip heel stal- en rytuigkundig de opmerking maakte dat het paard kon uit- en ingespannen worden, zeide hy: - Gewiss! Das habe ich ja so bestellt!Ga naar eind1. Het lieve kind vond het allernatuurlykst dat men precies doet wat hy ‘bestelt.’ Nu zoo heel natuurlyk vind ik 't nu juist niet (en ik zal aanstaande gasten voor Wouter's absolutismus waarschuwen!) maar lief en hartelyk is 't wel van jelui! Gistravend is hy 'n vol uur over z'n tyd naar bed gegaan, en toen er eindelyk 'n eind aan z'n dag moest gemaakt worden, heb ik paard en wagen naar boven gedragen. 't Heeft van nacht voor z'n bedje gestaan. Ook dank ik U voor de vouwboekjes, die ik evenwel nog niet met Wouter behandeld heb, daar er nog geen behoefte aan afwisseling van z'n avendspelletjes geweest is. Ook betwyfel ik of hy vooralsnog genoegen zal scheppen in 't overwinnen van kleine | |
[pagina 509]
| |
moeielykheden. Wat niet terstond lukt, doet hem nog geen pleizier. Dat zal, hoop ik, veranderen. Voor de eer iets te hebben klaargekregen, is hy nog ongevoelig, en by den minsten tegenspoed zegt hy: doe jy 't maar! - Ik ben dezer dagen nogal opgeruimd, omdat ik kans zie zekere moeielykheid die my drukte, uit den weg te ruimen. Schreef ik U over 'n misrekening betreffende 'tgeen ik pr saldo zou te betalen hebben aan onzen bouwmeester? Een misrekening blyft het, maar eerst wist ik niet hoe ik 't zou aanleggen die zaak te schipperen, en sedert eenige dagen zie ik er licht in. Ik heb geschreven aan My Elsevier (eigenares nu van de Ideën &c) om 2000 gl. Ik gis dat zy 't heden of morgen zenden zal, en, zoo neen, dan weet ik reeds dat Waltman (uitgever Mill. St. & Special.) het doen wil. Ik ga alzoo, mits ik dan werk voor de pers, wat die zaak betreft, eenigen tyd rust te-gemoet. 't Is nu maar te hopen dat ik bevryd blyf van ontmoetingen die m'n evenwicht verstoren en my onmachtig maken. Wel tracht ik me daartegen te wapenen, maar 't overwinnen van gemoedsaandoeningen komt me vaak op 'n inspanning te staan, even duur als 't ondergaan van die aandoeningen zelf. Verleden jaar en dit jaar... och, wat zeg ik, 25 jaren achtereen werd en word ik geslingerd door buien en stormen die telkens het rustig werken bemoeielyken en dikwyls onmogelyk maken. Als ik al 't ondergane de revue laat passeeren, verwonder ik me nog dàt ik iets heb kunnen leveren, hoe weinig ook. Op dit oogenblik heb ik waarlyk niet te klagen. Toch zoudt ge U verwonderen over de aaneenschakeling van gebeurtenissen die m'n leven zoo vermoeiend vol maken. Byna elke post brengt me iets dat van belang genoeg wezen zou om door anderen voor 'n levens-evenement te worden aangezien. Als ge hier waart, zou ik U daarvan eens inzage geven. Gister heb ik me vermand om 'n pakket schryvery open te maken dat na Eduard's laatste vlucht uit RotterdamGa naar eind2., op z'n kamer is gevonden, en waarvoor men my geld heeft afgeperst. Nieuws vond ik er niet in. Helaas, want de ellendige laagheid en domheid waarvan alles wat van hem uitgaat, getuigt is geen Nieuws voor me. En dáárvan was't dan ook vol. Daarin waren ook eenige brieven van z'n tante Van Heeckeren die my vreeselyk uitscheldt. Een oogenblik dacht ik er aan, haar te schryven dat zy verkeerd | |
[pagina 510]
| |
geïnformeerd was. Zoo'n eenvoudige betuiging nu zou niet baten. Een uitvoerige weerlegging met puntjes op de i's zou me verder leiden dan me om meer dan een reden schikt. PrimoGa naar eind3., zou ik onbarmhartig in de wonden van m'n gemoed moeten wroeten. SoitGa naar voetnoot4.! Maar ik zou - (deze zin schryf ik niet uit! Vraag er me naar als ge eens hier komt!) En 2.o Juist door 't aanroeren van zulke zaken ontneem ik my de kracht, de stemming om voor de pers te werken. En dàt wil en moet ik nu. - Basta! Maar, kom je van den winter eens overvliegen? Met of zonder Doortje. Met of zonder 'n paar van de kinderen? Als jelui eens hier kersmis kwaamt houden? Dan zal er voor ieder wat aan den boom hangen. Als ik zeg: ‘of zònder Doortje’ beoog ik daarmee 't gemakkelyker maken van 'n besluit om zoo in-eens op den trein te gaan zitten. Daarvoor is minder voorbereiding noodig dan wanneer 't heele huishoudentje moet opgebroken worden. Hier schikt het ons altyd, al kwaamt ge allemaal, tenzy ik tòch nog (wat ik niet hoop) om finantieele redenen zoo'n voordracht tournee moest houden. Maar dàt hoor je dan wel. Op het oogenblik is daarvan geen kwestie. - Je zit nu in verhuizings- of inrichtingsdrukte. Zoodra je settled bent, moest je my een en ander schryven van je huiselyk leven, bezigheden, amusementen, omgang, &c. Kan 't je ook te-pas komen goede relatiën aanteknoopen? (‘goede’ niet in beurs beteekenis, maar intellektueel en sociaal) In zeer veel plaatsen van ons land heb ik uitstekende relatien. Maar... misschien zyt gy met vrouw en kinderen uzelf genoeg. Dàt vind ik heerlyk, ja, 't beste. Maar 't zou U later misschien spyten U gedurende uw verblyf in Holland te zeer opgesloten te hebben. Misschien zyn de eischen van uw verloftyd niet die welke voor 'n algemeenen leefregel de besten zyn. Ik zou u slechts by de zoodanigen introduceeren voor wie ik volkomen insta en die de eer waard zyn. 't Spyt me dat de heer Versluys den Haag verlaat. Hy en z'n vrouw zyn soliede, knap, hartelyk, en by dat alles eenvoudig. Nu ook van de familie Vosmaer mag ik in gemoede tzelfde zeggen, maar die is U misschien te oud-haagsch-deftig. (my niet, ik mag dat wel.) Hé, waarom ben je ingenomen tegen Valette? Dat is 'n voor-oordeel. Hy is 'n beste knappe kerel, geloof my. | |
[pagina 511]
| |
Te Rotterdam en Amsterdam heb ik uitstekende adressen. En in meer plaatsen, maar we weten niet of ge er komen zult. - Groote vreugd in huis! Albert (Mimi's broêr) telegrafeert: ‘geslaagd.’ Dat is: in z'n examen voorGa naar eind5. Engelsche taal en literatuur. 't Was voor hem 'n heel ding daar hy reeds 38 jaar is, en reeds drie of vier brokstukkige carrières achter den rug heeft. Een échec zou hem 'n harde slag geweest zyn. In hoeverre dit ten-gevolge hebben zal dat hy z'n huwelyksplannen doorzetten kan, weet ik niet. Als hy my om raad vroeg zou ik er mee verlegen zyn. Dat meisje is 'n juweel van vlyt, huishoudelykheid & zindelykheid, en ze schynt dol op hem te zyn. Toch zyn er maren. Om eens één ding te noemen, zy heeft weinig of geen school-opleiding. Ik zou daar niets om geven, maar ik vrees dat Albert daarover tobben zou. Ook gis ik dat ze in 'n achterhoekje van haar zieltje, 'n goede dosis katholicismus verborgen houdt, dat nà 't huwelyk voor den dag komen zou. Komiek, Mimi heeft Gretchen (die algebraïsche voorstellen oploste) moeten ontslaan omdat ze niet werken kon, en lui en slordig en vuil was. En deze Marie, die zoo flink werkt, en met genoegen werkt, (ze bidt en smeekt Mimi, toch asjeblieft geen meid te zoeken!) zy gaat mank aan verregaande ongeleerdheid. Ik weet niet of Albert hoog genoeg staat om op den duur tevreden te zyn met die laagte. TalleyrandGa naar eind10. zeide toen men hem onder 't oog bracht dat z'n vrouw... stupide was: (Nu, stupide is Marie niet. Ze is maar wat onvast in 't uit elkaar houden van wereld- en rededeelen.) ‘Je la préfère ainsi: Une femme stupide se compromet, c'est vrai. Mais une savante compromet son mari.’Ga naar eind6. Er is 'n standpunt denkbaar tusschen ‘stupide’ & ‘savante’ in. Talleyrand, eenmaal doorgaande voor geestig, moest wel om z'n renommee optehouden dikwyls inkorrekt in z'n uitdrukkingen wezen. Op zyn: ‘Surtout pas de zèleGa naar eind7.!’ antwoord ik: ‘surtout par d'espritGa naar eind8.!’ - Van Talleyrand gesproken. Heb ik u al gevraagd of ge de memoires van Made de Rémusat wilt lezen? t Werk is zeer interessant, vooral voor my, daar ik me van Napol. I altyd zoo'n studie maakte. Als ge tyd en lust hebt zal ik 't U laten zenden. 't Is op dit oogenblik in rondlezing, het Exempl.r dat ik aan Versluys moet terugzenden omdat ik 't zyne heb stukgekrabt. Neen, 'k had het toch gehouden, ook zonder krabben. - | |
[pagina 512]
| |
In de huiskamer is 'n kastje gekomen (d.i. gekocht) naast de sofa. t Is maar 'n open rek. Er was behoefte aan iets om dagelyksche dingen te bergen, de boeken en couranten van den dag, sigarenzaken, Wouter's speelgoed &c. De huiselykheid wint er veel by. Dat zal je zien. 't Sneeuwt hier, en zeker in Holland ook. Wat zeggen de kinderen? Wat begint de winter vroeg! Maar in de laatsten tyd heb ik dikwyls opgemerkt dat de saizoenen in 2 helften gesplitst zyn. Misschien blykt er in December of Januari dat we nog 'n brok zomer te goed hadden. Mooi vind ik die verwarring nièt. - Wat 'n geknoei met de stukken over Atjeh! Gepubliceerd? Ja... neen... ja... nu, na wat emendatieGa naar eind11. dan, d.i. verminkt! Men behoorde den moed te hebben ze te publiceeren zooals ze zyn, òf de publikatie te weigeren. Een gedeeltelyke publikatie dient tot niets, daar 't achtergehoudene altyd van 'n aard wezen kan dat het infirmeertGa naar eind9. wat geopenbaard is. En de eisch zelf òm iets te mogen achterhouden wyst duidelyk op behoefte aan verduistering. Die eisch is 'n openbaring van benauwdheid. Indien Nederland werkelyk 'n konstitutioneele staat was en als er inderdaad 'n ministerieele verantwoordelykheid bestond, moest Fransen v.d. Putte in staat van beschuldiging gesteld worden, met inbegrip van civile aansprakelykheid. Maar de konstitutie is 'n wassen neus. - Ik zie dat Duymaer van Twist als 1o kamerlid is afgetreden. Prosit de 1o Kamer! He, vraag eens by gelegenheid of de zuster van dien De JongGa naar eind12. indienst is gebleven by den Admiraal Wichers, (Wiggers?) Dat moet voor beide partyen 'n moeielyk geval geweest zyn. - Wouter had U vandaag zullen schryven. (d.h. aan Mimi 'n brief dikteeren) Maar er is nog niets van gekomen. Op dit oogenblik werkt hy in de sneeuw. Om u niet nog langer op't bericht van aankomst te laten wachten, sluit ik maar. Wees hartelyk van ons beidjes gegroet, en laat ons gauw iets van U hooren. Dag, beste menschen! uw liefh. Oom Ed
Ik sla wel eens woorden over. Zet ze'r maar tusschen. - Heb je al iets vernomen van Henri?Ga naar eind13. |
|