Volledige werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882
(1990)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[5 augustus 1881
| |
[pagina 394]
| |
wijt voor al wat nederlander heet. - Mimi, je hebt gelijk: als ik een man was, dan zou ik ('k vergeet hier voor een oogenblik nr 3 uit de Ideën) dan zou ik doen wat Ge van mij verwacht: partij trekken voor Dek. Nu ik helaas maar 'n vrouw ben, doe ik het toch ook wel maar niet in de dagbladen. Ik doe het overigens waar het te pas komt en waar ik het gevoegelijk kan doen met eenige hoop op succès. 't Is mij altijd een genot belijdenis afteleggen van mijn geloof in Multatuli. Niet iedereen keur ik echter waard om over hem te spreken. - Hoe jammer, lieve Mimi, dat Dek door al die onaangenaamheden, weêr zoo ontstemd is en zoo gestoord wordt! Zal daaraan dan nooit een einde komen? Ik heb Herman LangeGa naar eind1. gelezen. De strekking van den roman vind ik schoon en edel. De inhoud vind ik langdradig en sentimenteel. Er waren gedeelten in waarvan ik de beschrijving saai vond. Misschien noemt Dek mij na die verklaring een brutale domoor, soitGa naar eind2., hij moet mij niet hooger schatten dan ik waard ben. Voor 'n paar weken kreeg ik een portret van Zola present! en dat nog wel van 'n welmeenende vriendin! Verbeeld je! Ik mocht het dus niet beschouwen als een opzettelijke beleediging. Door dat geschenk aan te nemen pleegde ik hoogverraad aan moed en oprechtheid. Als ik toch naar de inspraak van mijn hart te werk ware gegaan, dan zou ik het voor de oogen van de gulle geefster op den grond hebben gesmeten en vertrapt. Doch 'k grief niet graag vriendelyke welwillendheid en 'k deed mijn best om 't lieve schaap, dat in haar onnozelheid meende er mij een plezier meê te doen, niet te kwetsen. Toch ben ik zeker dat ik een vies gezicht zette toen ik dat portret aannam. Een vuilnisbak wekt altyd walging al heeft hij zich ook in auteursvorm gestoken. Dat infernaal sujet heeft een alledaagsch rustig uiterlijk. Men zou 't hem niet aanzeggen dat hij de schrijver is der ‘volledigste handleiding tot de kennis van alle soorten en graden der grofste tot de fijnst gerafineerde liederlijkheid.’ Ik meen dat Zola een menschenbederver is van de ergste soort en dus een misdadiger van prima kwaliteit. Sedert ik o.a. zijn ‘la curéeGa naar eind3.’ gelezen heb, ben ik in mijn eigen oog zedelijk gedegradeerd. 't Geweld door hem daarin van mijne verbeelding gepleegt, vergeef ik hem nooit. Zelfs niet ter wille zijner eenig | |
[pagina 395]
| |
schoon beschreven Gervaise. Behalve dit beeld is den inhoud van l'Assommoir dan ook overigens slechts een kinderboekje vergeleken bij la Curée c.s.Ga naar eind4. Het bewuste portret stak in fluweelen lijst versierd met gekleurde zijde bloemen. Wat 'n parodie! Om die beeltenis behooren bloemen van gansch anderen aard. Zola vermeidt zich blijkbaar uitsluitend in 't vuilste vuil. Dat schijnt hij zich tot levenstaak gesteld te hebben en wat heeft hijGa naar eind5. 'n schik in zijn vak! Con amoreGa naar eind6. deelt hij 't resultaat van zijn gewroet en gesnuffel mede. Hoe liederlijker hoe liever. Men moest tegen Zolabesmetting kunnen inenten even als tegen pestpokken. Ik eindig. Adieu, lieve Mimi, schrijf mij eens spoedig of Valette woord heeft gehouden door partij te trekken voor Dek tegen de Veer en zijn trawanten. Vosmaer is zeker te lief om zich in deze zaak eens flink te doen gelden. Kijk, Mimi, vindt Ge 't niet jammer dat zachtheid meestal flinkheid uitsluit? Wat zou over 't algemeen meer noodig zijn?Ga naar eind7. |