[5 maart 1880
Brief van Multatuli aan Mimi]
*5 maart 1880
Brief van Multatuli aan Mimi. Waarschijnlijk onvolledig weergegeven. (Brieven WB X, blz. 189.)
Breda, Vrydagmiddag
Ik spreek tegenwoordig met 'n gemak dat niet te begrypen is. Lessenaartje of tafel heb ik niet meer noodig. Alleen 'n stoel om de linkerhand 'n plaatsje te geven. Maar als die er niet is, zooals in den Bosch is 't ook goed. En niets brengt me van m'n stuk. Met het oog daarop is 't eigenlyk jammer dat ik nu gauw gedaan heb. Maar wel ben ik bly spoedig thuis te komen, en dat er gauw 'n eind komt aan 't eeuwige uit- en inpakken, kofferleven, logementen enz. De stormen en de regen hebben me niets gehinderd, schoon eens 's nachts door de persing van de lucht op de kletterende ramen m'n kamerdeur open vloog. We hebben vreeselyke stormen gehad en 't waait nog. Ook regent het weer.
Dat ellendige weer heeft slechten invloed op de opbrengst van m'n voordrachten. Veel menschen van buiten konden niet komen omdat alles onder water staat. By den Bosch enz. was alles 'n bare zee.
Over 'n paar dagen stuur ik je weer wat geld. Veel minder helaas dan ik gehoopt had, maar toch genoeg om tevreden te wezen, (eens aannemende dat we in Holland zyn. Anders moest ik 't ellendig noemen.)