[3 maart 1880
Brief van Multatuli aan Mimi]
3 maart 1880
Brief van Multatuli aan Mimi. Enkel velletje postpapier waarvan blz. 1 en 2 (⅓) beschreven. (M.M.)
Utrecht 3 Maart lieve beste Mies! Ik vond gister hier je brief 28, met Wouters verjaar geschenk. ('n bildeken) Zeg hem er alles liefs over. Och, ik kon zien dat hyzelf 't had toegeplakt met de noodige gom! 't Was zoo aandoenlyk!
Ik schryf je nu maar kort, daar ik straks naar den Bosch ga.
Toch m'n groot verdriet ontving ik nog altyd je no 27 niet! Eergister verzond ik van Deventer 'n langen brief. -
Al was je 27 van Heerenveen naar Sneek gezonden, dan had ik hem toch nu reeds kunnen hebben, dunkt me. Je weet dat ik, in die veronderstelling, naar Sneek ook getelegr. had. Ik ben er verdrietig over. En wat nu te doen? -
Gistr'avend ben ik by de Gorter's geweest. Ditmaal niet by Betsy. -
Gister op m'n reis van Deventer heeft het erg gestormd. Alle treinen kwamen te laat aan. Nu is 't weêr wat beter. -
Ik heb 'n deventer koek voor je gekocht. De man, hoorende wie ik was, wou hem present geven, en daar ik dit niet aannam, zond hy er toch één koek present by met 'n zeer hartelyk briefje. -
Ik heb zoo 't land over die no 27! Ik schryf nog eens naar Heerenveen, om te vragen of ze 'm naar Sneek hebben gezonden. -
Over Wou zal ik trachten niet ongerust te zynGa naar eind1.. Geef hem 'n zoentje van papa. Van Zaltbommel naar Harlingen gaande zal ik te Utrecht halt houden. Dáár kan ik dus eenmaal 'n brief ontvangen, dag Mies.