Volledige werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[2 februari 1880
| |
[pagina 289]
| |
pittige voorbeelden en afgewisseld door tusschenzinnen en afzonderlijke verhalen, zijn voordracht zoo aantrekkelijk maakt, maar even moeilijk voor hem die haar wil weergeven. We willen dan ook maar enkele der bijzondere spreekwijzen vermelden die hij als voorbeelden gaf. Hij begon met aan te toonen, dat het bekende gezegde van Tayllerand ‘la parole est donnée à l'homme pour cacher ses penséesGa naar eind1.’ zeer waarschijnlijk niet door dezen zal gezegd zijn; als goed diplomaat zou hij althans hebben moet bedenken dat men dan zijn woorden weinig vertrouwen meer zou schenken. Veeleer is er van te maken: ‘la parole est donnée à l'homme pour cacher qu'il n'a pas de penséesGa naar eind2.’; want de meesten praten te veel zonder denken. De woorden ‘prettig’, ‘stemmig’, ‘bepaald’ en ‘reclame’ worden meestal in oneigenlijke beteekenis gebruikt; ‘prettig’ is eene verlamde uitspraak van het Duitsche ‘prächtig’; stemmig van het Duitsche ‘stämmigGa naar eind3.’, wat juist het tegenovergestelde beteekent; ‘bepaald’ wordt gewoonlijk verkeerd toegepast; men zegt b.v. ‘het is bepaald waar’, alsof iets onbepaald waar kan zijn. Reclame is ook een woord dat dikwijls onjuist wordt gebezigd in den zin van reclameeren; het is alleen te gebruiken in den zin van middel om de aandacht te trekken of die ergens op te vestigen, zooals b.v. de Gebrs. Koster enz. dat bij hunne advert. in practijk brengen. Hij stond een oogenblik stil bij de tegenwoordige wijze van ‘reclame maken’ en de vroegere, en verhaalde het curieuse middel dat Daniel de Foe bedacht om den uitgever van zijn Robinson Crusoë van diens boeken af te helpen. (...) Eenige woorden en gezegden uit zijne ideeën, o.a. ‘luiheid is de oorzaak van de meeste fouten’, ‘genot is deugd’, ‘wie 12 maal zegt “ik zou” zegt 11 maal eene domheidGa naar eind4.’, en meer andere werden nog behandeld; het zou ons echter te ver voeren alles weer te geven; alleen zij nog vermeld ééne spreuk: ‘als een ruiter van zijn paard valt, komen er dadelijk meer ruitersGa naar eind5., waarbij de Rotterdamsche Pincoffs als gevallen ruiter tot voorbeeld diende. Even als spreker dat elders had gezegd, was zijns inziens P. daarom in veler oogen zoo'n groote schurk, omdat hij zoovéél millioenen had verduisterd - hij was toch niet de uitvinder van ‘geflatteerde balansen.’ | |
[pagina 290]
| |
Met onverdeelde aandacht werd zijne voordracht aangehoord en gaarne erkennen wij, dat zij ditmaal blijken droeg van veel kalmte en van meer waardeering der meening van anderen dan vroeger het geval was. |
|