[5 januari 1880
Brief van Multatuli aan S.E.W. Roorda van Eysinga]
* 5 januari 1880
Brief van Multatuli aan S.E.W. Roorda van Eysinga. (RvE, blz. 324-325). Vervolg op de brief van 15 december 1879.
5 Januari '80.
Zóólang is deze brief blyven liggen! De oorzaak was niet: drukte, werk, o neen! Juist andersom: de vervloekte préoccupatie die 't wezenlyk bezig-zyn in den weg staat.
Overmorgen moet ik naar Holland om ‘voordrachten te houden.’ Wat me dàt voor inspanning kost, is niet uittedrukken! Het spreken zelf is 't minste, maar de aanraking met menschen! Ik ben schuw. Waar ik de oogen sla, vind ik aanleiding tot smart. Dit geldt zoowel de publieke zaak (op alle terreinen!) als m'n eigen omstandigheden. Alles roept me grynzend toe dat m'n moeielyk leven mislukt is. Ook physiek is de nu aantevangen tocht zeer zwaar. Enfin! Hoe ik 't er afbreng, weet ik niet!
Dank voor uw nieuwjaarsgroet! Ook wy wenschen u en uw beste vrouwtje goede dagen. Och, (....)
Laat alsjeblieft maar niet meer uit m'n brieven drukken! Ik zelf meende dat er niets tegen was, maar by nader inzien merk ik dat er kleine nuances van verschil bestaan tusschen de eisch van 'n brief en van den druk. Dit geldt zoowel vorm als fond.Ga naar eind1.