Volledige werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 94]
| |
[4 oktober 1879
| |
[pagina 95]
| |
brief waarin dat stond, moest die belangryke tyding my moveeren hem geld te zenden ‘daar er voor dat examen 40 gl. moest gestort worden.’ Let wel dat daarby niet stond: ‘ik zal dat examen doen’ of: ‘ik hoop er doortekomen’ of: ‘ik ben zeker dat ik er doorkom’ of: ‘ik zie er tegen op’ o neen, door tusschen de regels te lezen, wist ik reeds dat het al weer mis was, en dat hy my voor den 1000n keer had teleurgesteld. Ik ben ten einde raad met hem, en heb geen lust hem te schryven. Vermaningen baten niet. Daartoe is het te laat. Ook weet ik dat hy daarvan geen notitie neemt. Bovendien, wàt zou ik hem aan- of afraden? Dat het eindelyk tyd wordt eens voor zichzelf te zorgen door geregeld-praktischen arbeid, zal hy zelf wel weten. Dit behoort hy althans te weten, en zoo niet dan geeft het niet of ik hem dat zeg. Een laatste poging was myn eisch dat hy zich bekwaam zou maken voor dat examen. Had hy dàt gedaan, dan had ik moed gekregen, en geen offer zou me te zwaar geweest zyn om hem verder te helpen. Maar nu hy weer blyk heeft gegeven zelfs tot die geringe inspanning niet in staat te zyn, weet ik niet wat er verder te doen valt. In Maart beloofde ik hem 60 gl smaands. Dit was geen kleinigheid voor my, vooral daar ik hem gedurende m'n verblyf in Holland telkens geassisteerd had. De conditie was dat-i zich vertrouwd maken zou met den eventueelen werkkring dien gy hem zoudt kunnen aanwyzen, en dat examen! Heeft-i nu in Uw zaak meer ambitie getoond? Ook dáárvoor had dat examen nuttig gewerkt. (By al uw leervakken speelt de technische terminologie 'n groote rol. De daarvoor nodige etymologische kennis is juist begrepen in die admissie-studie, en reeds daarom alleen had myn plan goeden grond!) - Vraagt ge my nu waarom ik U dit alles schryf? Ik weet het niet! Want zie, ik verzoek u niets, ik draag u niets op. Zelfs belast ik u niet met 'n boodschap aan hem. Wel moogt ge hem, des verkiezende, meedeelen wat ik schryf, o ja, maar ik vraag 't u niet. Eerstens zou 't voor U 'n verdrietige kommissie zyn, en 2o wat baat het? Al wat gy of ik hem zouden kunnen zeggen, is hem herhaaldelyk gezegd. Neen, ik schryf u alleen om m'n verdriet te luchten. Ziedaar de eenige oorzaak. - | |
[pagina 96]
| |
Geheel afgescheiden van 't verdriet dat Eduard my veroorzaakt, voel ik my zeer onwel. Alles wat ik waarneem, doet me zeer. Liever had ik 'n noembare ziekte. Zeker zal ik weer genoodzaakt wezen dit jaar ('tzy dan voor of na N. Jaar) in Holland te komen. Ik zie er erg tegen op, maar wat moet, moet! Wees heel hartelyk van my gegroet. Is 't U nog mogelyk eens te komen overvliegen? Gister en heden was 't mooi weer. Zoo ja, vraag niet òf 't schikt. Dat is tydverlies voor niemendal. Maar wel zou 't goed zyn te telegrafeeren dàt ge komt, dan kan ik berekenen of ik U met rytuig moet afhalen van Rudesheim waar ge anders misschien 'n 40 minuten wachten moet, daar sommige treinen niet dóórgaan. |
|