Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdEen ‘dichter-wijsgeer’ aan het woord.(...) ‘De Menschheid brengen op de ware hoogte van ontwikkeling’. Niet: de maatschappij in stand houden, al heeft men gemeend, dat te kunnen doen. De oude Indiërs trachtten dat doel te bereiken door het kasten-stelsel, anderen door de vrees, Jezus door de liefde. Geen dezer drie middelen komt spreker bevredigend voor, ook niet het in de derde plaats genoemde. (....) Wat moet er gedaan worden om de menschheid te brengen op de ware hoogte van ontwikkeling? Zij moet van vooroordeelen worden genezen. Religie? O ja, mits men daaronder versta: kennis van de natuur der dingen, den aard van het zijn. De eigenschappen der Natuur tot de onze te maken moet ons hoogste streven wezen. En om die eigenschappen te leeren kennen, heeft men slechts te raadplegen - het Oude Testament, en op te merken wat dáár van Jehova gezegd wordt! (....) Bijna uitvoeriger dan ons bestek toeliet hebben we de voordracht van Multatuli weergegeven. Maar wij achtten dat noodig, opdat onze lezers zich een denkbeeld konden vormen van de wijsheid, door dezen ‘Dichter-Wijsgeer’ te Zaandam geopenbaard. Ons oordeel laat zich in weinig woorden samenvatten: Hij heeft veel waars en goeds gezegd, met name over de valsche philanthropie, maar wat dan ook reeds lang van de daken verkondigd werd; | |
[pagina 951]
| |
doch daarnevens vertoont zijn rede zooveel oppervlakkigheid, zooveel geestigheid - we zeggen niet: van de straat, maar dan toch van twijfelachtig allooi, zooveel gebrek aan wijsgeerigen zin, dat we ons geen welontwikkeld publiek kunnen voorstellen, hetwelk bij voorkeur aan deze bron verkwikking en lafenis zoeken zal. (....) Hier is een wijsgeer, die het woord God niet gebruikt en niets wil weten van een persoonlijke, zelfbewuste macht die het al regeert, maar voor den persoonlijken God de ‘Natuur’ in de plaats schuift, (wel te verstaan, met een kapitale N), en die Natuur beschrijft als eeuwig, almachtig en rechtvaardig. 't Is ons, of we een hoofdstuk hooren voorlezen uit een ‘vragen-boekje’ onzer jeugd. Let wel: mogen we Multatuli gelooven, dan is de Natuur, waarin alles volgens blinde noodwendigheid geschiedt almachtig, en het onpersoonlijke onbewuste ‘zijn der dingen’ zal rechtvaardig zijn! Och, laat ons toch niet met woorden spelen! Wij herhalen, dat we eerbied hebben voor de werkelijke verdiensten van Multatuli. Zijn Max Havelaar is een voortreffelijk sieraad onzer letterkunde, een welsprekend pleidooi voor den verdrukten Javaan: Ook in zijn andere geschriften zijn kostbare parelen uitgestrooid. Maar hem op een voetstuk te plaatsen, als den wijsgeer bij uitnemendheid, als den leeraar, ook op godsdienstig en zedelijk gebied, voorbij te zien de oppervlakkigheid en lichtzinnigheid, waarmee hij over de diepste wijsgeerige, godsdienstige en maatschappelijke vraagstukken heenglijdt; de hooghartige miskenning van waarlijk groote en verdienstelijke mannen, wier schoeisel te ontbinden hem geen oneer zou zijn, waarmee gelijken tred houdt de verheffing van zijn eigen persoon en werk; de beurtelings voorname welwillendheid of plompe smaad, waarmee hij over Jezus en het Christendom spreekt, - dat alles voorbij te zien zou groote lichtvaardigheid zijn. Multatuli-waardeering? Gaarne. Tegen Multatuli-vergoding verheffen we de stem, in naam van waarheid, Christendom en gezond verstand. |
|