Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[12 april 1879
| |
[pagina 882]
| |
den 15n dinsdag te Zaandam zyn, den 16n te Zaandyk. Laat me dan op een van die beide plaatsen 'n briefje van je vinden, dat ik onderricht worde van je purmerendse plannen. Het blyft zoo dat ik te Purmerend, donderdag den 17n spreek. Ik hoop hartelyk je daar te zien. O, mocht zich je Betje nog bekeerd hebben! Ook in Mei, Juni, Juli, Aug (tot ulto 1879 toe!) zal je welkom zyn te Wiesbaden, dat weet je wel, maar ik had liever dat je in April al mee kwam. Je mag dan heel goed in Aug, Sept of Oktober nòg eens komen. Zeg toch niet, al is 't dan gekheid, ‘als ik dan welkom ben.’ Dit weet je wel. Ik wensch je niets dan geluk toe, maar als je eens werkelyke hulp noodig had in plaats van vriendelyke toespraak alleen, ook dàn zou je heel welkom zyn. Ik zou 't juist prettig vinden als je in zoo'n ondenkbaar geval op ons rekende als eigen. Ik denk niet lang te leven. Myn broers en zuster zyn gestorven voor ze myn tegenwn ouderdom bereikt hadden. Ook vader en moeder (of altans véél ouder waren ze niet) en ik wou dat je, daar je bestemd bent 40 jaar na my te leven, inGa naar eind1. die 40 jaar 'n prettige herinnering van my bewaarde. Kyk, en daarom wou ik dat die vervloekte Betje - enz. Zeg haar, dat ze, als ze nu maar by je blyft, na eenige maanden stikken mag. Beter kan men toch niet spreken. Die vervloekte pyn in den rug! (‘Spit’ heet het, niet waar? Ajakkes! Ik heb hier te Tiel moeite gehad rechtop te staan. Toch heeft men 't niet gemerkt, en ik heb gesproken tot 11 uur) - Dag beste Chris, veel groeten aan Allard. Dus te Zaandam (15) of te Zaandyk (16) hoor ik wat van je. Dek
Beloof Betje een geschenk, 'n sortie de balGa naar eind2. of 'n vryer van peperkoek of 'n lauwerkrans op haar graf zodra ze gestikt zal zyn. |