[12 april 1879
Verslag voordracht Tiel in de Nieuwe Tielsche Courant]
12 april 1879
Verslag van de voordracht van Multatuli te Tiel van 10 april in de Nieuwe Tielsche Courant, no. 2350. (Streekarchivariaat Tiel-Buren-Culemborg, Tiel; afschrift M.M.)
Tiel, 11 April. Gisteren avond hield Multatuli hier ter stede een voordragt. Een overzigt te geven van den rijken inhoud der improvisatie, waarop de spreker ons onthaalde, zullen wij niet beproeven. Het zou al te dor en droog moeten zijn in vergelijking met de geestige improvisatie zelve, boeijend door haar onverwachte wendingen, pikante tusschenzinnen en treffende, diep doordachte, schoon schijnbaar los daarheen geworpen opmerkingen. ‘Wat moeten wij doen om zalig te worden’ - deze gewigtige vraag, welke de menschheid ten allen tijde heeft bezig gehouden, had Multatuli tot tekst gekozen van wat hij echter niet als een preek wilde beschouwd hebben. Eerst stond hij stil bij de antwoorden op die vraag door den stichter van het Christendom, in de bekende zaligsprekingen, gegeven. In dit gedeelte der voordragt vooral kwamen Multatuli's groote talenten als scherpzinnig criticus, als fijn opmerker, als luimig humorist ook, schitterend uit. Doch in het tweede gedeelte was de wijsgeer aan het woord. De begaafde spreker ontwikkelde in duidelijke en met overtuiging voorgedragen bewoordingen welk antwoord hij van oordeel was, dat op de gestelde vraag gegeven worden moest. Het hart rein maken van alle vooroordeel (dat woord in den ruimsten