wijzer en beter gemaakt heeft valt te betwijfelen; het eerste lag misschien niet in zijne bedoeling; immers hij zegt steeds: ‘ik heb niets nieuws verkondigd, alleen de vorm van het gesprokene is nieuw;’ het laatste gaat moeilijk in een avond, maar zou zeker bevorderd worden door het in praktijk brengen van zijne opvatting der bergrede. Die zegt, dat goed en kwaad hem evenzeer tegen de borst stuiten, heeft zeker nooit zijne werken gelezen; immers daarin stelt hij het goede evenzeer op prijs, als hij het kwade aantoont. Misschien bedoelt de verslaggever met zijne aanklacht van eigenwaan, dat Multatuli hoogmoedig is, en hierin heeft hij gelijk; dat wil zeggen, Multatuli heeft den moed om hoog te staan, en waar te zijn, ten koste van eigen voordeel. Over het gelukkig zijn van iemand die steeds doet wat hij voor zijn plicht houdt, kunnen zoo weinigen oordeelen.