Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[27 maart 1879
| |
[pagina 801]
| |
ik, m'n ‘hindernissen’ in aanmerking genomen, 'n waar kunststukje verricht heb, en 2o (ook geen nederigheid!) dat ik te Groningen redelyk goed gesproken heb. Voor van avend zal ik m'n best doen. Hier heb ik de gelegenheid me behoorlyk voortebereiden tgeen me te Harlingen ontbrak. Ook ik had jelui willen vragen na de lezing je te zien. Maar dat nu Hilda door de kou zou gaan om my te sparen, is wat erg. Dit zou me bezwaren. Kan ik niet na de lezing met vigilante samen met je beidjes naar Uw huis gaan, en dan dáár 't rytuig byv. tegen ½ 1 laten terugkomen? 't Zou me zeer hinderen als Hilda om mynentwil door de kou liep of reed. Ik ben van plan heden avend reeds te 7 uur naar 'tGa naar eind1. zaalgebouw te gaan. Daar zal ik by Vander Wiele een verwarmde kamer vinden. Kom je me daar voor de lezing, of, als 't u beter schikt, in de pauze even opzoeken? Heel hartelyk gegroet van Dek
Die juffr. Postma was allerliefst! Een ware vrouw in de schoone beteekenis van 't woord. Ik zal U vertellen waarom ik dit denk en zeg. Adieu tot van avend. Vele groeten van Mies die nog altyd met haar (ons!) lief kind te Hoorn by haar zuster is. Dat tot ons nemen van dien kleinen kerel behoort tot de schoonste gebeurtenissen van m'n leven. Wat dat kind ons een geluk geeft! Voor geen schatten sta ik hem af. En Mies ook niet! Wat is dat zaakje heerlyk uitgevallen! Men kan zich geen beminnelyker kind voorstellen. Dit zegt ook m'n schoonzuster te Hoorn die toch zelf kinderen heeft. |
|