Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[21 februari 1879
| |
[pagina 703]
| |
houdt, zonder dat het nu juist zoo'n lang station wordt als de Oebé's zeker zullen willen. Je kunt er dan (als we naar huis gaan) met of zonder my wat langer blyven. - Ik hak door, en schryf aan Haspels dat-i je f 400 zendt. Schryf jy aan Oeberius dat je komt, en wanneer. Of neen, ik zal 't hem schryven en uitleggen wanneer 't waarschynlyk zal kunnen.Ga naar eind3.
Neen 't kan niet! Ik moest juist erg aan 't lezen in de dagen dat je dan komen zou. Het is al te agitant. Als ik nu aan Haspels schryf zendt hy 't je morgen. Ontvangst: Maandag ochtend. Op reis Dinsdag, dat is juist de dat dag ik te Arnhem spreken moet. En Woensdag te Zutfen. Of ik Donderdag en Vrydag besproken ben, weet ik nog niet. Misschien wel. En dan 1 Maart Zwolle en 3 Maart Kampen. Of ik daarnà rust periode heb, weet ik niet. Zooja, (en ik zal er Haspels naar vragen) dan zal ik zorgen dat je komen kunt den eersten dag van dien rusttyd. - Zie zoo, ik heb aan Haspels geschreven dat-i je zonder haast al in 't eerst over 'n paar dagen 400 gl. zendt. Dan heb je niet òver, maar je zult het er mee kunnen schipperen.Ga naar eind4. En dan hangt je komen alleen af van 't begin myner rustperiode. Je gaat dan den dag vóór myn rust begint naar Keulen, en den volgenden dag ontvang ik je te Arnhem of Zevenbergen of Emmerich of zoo-iets. - Hierdoor wordt het bepalen van je komst vereenvoudigd. Als ik na Kampen rusttyd heb, dan ga je juist op den dag dat ik te Kampen spreek, op reis naar Keulen, en ik kom je den volgenden dag te gemoet. - Als Haspels je niet terstond die 400 gl zendt, maak je niet ongerust. Hy weet nu dat het er slechts hoeft te zyn vóór je reis en dat dit wacht op m'n rustperiode. Zie zoo, dat is afgedaan.Ga naar eind5. - Heden bezoek van den heer Holle. Myn schryven aan Edu, van Amsterdam uit, waarin ik aandrong dat hy den hr Holle alles zou meedeelen, heeft weer niet gebaat. Hy heeft het niet gedaan. En Holle dacht dat ik 'n slechte vader was! Verbeelje, E had hem geen woord gezegd van zyn verblyf te Wiesbaden! Edu zelf die vandaag by me had zullen komen, is er niet geweest! Ik gis dat hy in den neus had dat Holle my bezoeken zou, en dat-i daarom niet durfde komen. | |
[pagina 704]
| |
Ook bezoek van Vosmaer, Loffelt, Slingervoet Ramondt ('n beste kerel, thans weer redakteur aan 't Vaderland) Welnu, ik heb die heeren een boekje van de zaken opengedaan. Ik verkies niet langer door Eduard gekompromitteerd te worden. Ik vroeg aan Holle: - Maar dan moet jy me wel voor 'n slechte vader hebben aan gezien? - Ronduit gezegd: ja! Niet dat je zoon zoo-iets gezegd heeft maar z'n ellendige toestand gaf my reden dit te gissen. Zie je, dit kon hy weten, en hy liet (....) |