Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[20 februari 1879
| ||||||||||||||||
[pagina 698]
| ||||||||||||||||
De voordracht is goed afgeloopen en ook waren er meer menschen dan ik gevreesd had. Men scheen zeer tevreden, en ook de heeren die nà de lezing by my in 't hotel tot ± 2 uur bleven praten. Zeer fideel en gezellig. Vos, RamondtGa naar eind1. (redakteur vaderland) Loffelt, Smit Kleine ('n beste jongen. Hy herinnerde zich Chris) en ook Edu had ik laten meekomen. Hy was er erg bly mee en hy heeft zich in dien hem zoo vreemden kring heel diskreet gedragen. Ik bedoel dat-i zich volstrekt niet op den voorgrond zette. Vandaag komt hy by me eten. Zoodra ik eens goed met hem gesproken heb, zal ik 't je vertellen. - In-weerwil dat ik je nu vandaag geen geld zend (zooals ik gehoopt had) ben ik toch opgeruimd. Ik wacht elk uur bericht van Haspels, en dan kan ik oordeelen. Ik verzeker je dat ik haast maken zal, want ik verlang heel erg naar je. En ook naar Wou. - Ik doe vandaag niets dan uitrusten, en e.e.a. pr brief regelen. Ik neem na deze rustdagen alles op m'n gemak op. Ik voel me hier rustiger dan te Rottm of Amsterdam. - Zeker kryg ik vandaag 'n brief van je. M'n laatste was no 3, gesloten Zondag middag. - Och, had ik nu maar niet geschreven over m'n hoop om je reeds vandaag geld te zenden! Dan was 't geen teleurstelling dat ik uitstel. Je begrypt dat de stand van de rekening, waarvan alles afhangt, deze vier dagen niet verandert. Als ik aan Haspels schryf zend geld naar W.b., dan doet hy 't terstond. Maar ik vind zoo prettig die 1300 geheel of byna of althans ruim half, afgedaan te hebben als je hier bent. Dan hebben we zoo'n vry gevoel. Voor ik dezen verzend zal ik wel iets van de rekening weten. - Je schryft ‘om hier alles geheel klaar te maken, zoodat je 't netjes vindt by 't thuiskomen wil ik liever nog 'n dag of tien blyven.’ Dat zeg je maar om 't my makkelyk te maken. - Zie hier m'n plan. Na deze 4 rustdagen volgt er weer 'n periode van roef achter elkaar. Ik hoop dat het noodige er na afloop van die periode wezen zal. Nu wou ik 't zóó regelen dat ik je ontving den eersten rustdag. Daartoe moet ik b.v. drie dagen vroeger 't geld hebben gezonden. Maar je begrypt dat die leesperiode in opbrengst meê en tegen loopen kan. Daarvan zal 't afhangen of ik goed vind reeds drie dagen vóór den afloop 't geld te vragen. - Als we zoowel 'n meid hadden die je erg graag houden wou, zou | ||||||||||||||||
[pagina 699]
| ||||||||||||||||
ik zeggen: neem haar mee. Wou is nu aan haar gewend en zou rustig slapen gaan als zy by hem bleef wanneer we 's avends uitgingen. Denk er eens over. Om de kosten hoef je 't niet te laten. Anders moeten we hier 'n meisje huren waaraan Wou dan niet gewend is. Te Hoorn, byv. zouden we savends altyd gebonden zyn als er geen vertrouwd persoon by 't kind was. En als we eens naar de komedie willen, of zoo iets. Het huren van 'n meisje hier pr week of maand is even duur als 't meenemen van GretchenGa naar eind2.. Bedenk dat alles eens goed. - Van der Hoeven en BuysGa naar eind3. te Rotterdam bewyzen my veel dienst. Ze zyn zeer flink en hartelyk. -
Donderdag avend Een verdrietige namiddag gehad! Ten eerste werd ik hier opgezocht door iemand van ‘de Heeren’ Bahlman & Co die my 'n rekening presenteerden van 213 gl van 't jaar 70, NB! Ik herinner my werkelyk dat er in dat jaar in dien winkel inkoopen gedaan zyn, en ik houd de pretentie voor gegrond. Ten tweede kryg ik daar 't berichtje van Haspels dat er na die 3 laatste lezingen nog niet veel meer dan 1000 gl. in de kas is. Dit verwondert my nu niet (omdat de zaal te Dort en Haarlem zeer slecht en hier maar heel redelyk bezet was, en de onkosten zyn even groot!) maar al voorzag ik het, toch valt het me tegen. En nu die vervloekte Bahlman! Of liever: dat ellendige jaar 1870! En al de stoornis die dááruit is voortgekomen. Als men nu nagaat dat ik nu in 79 weer op-eens word geplaagd door de gevolgen van dien woordbreuk der ‘vrienden’ van Sneek. Om nu niet te spreken van de Brusselsche zaken die van nòg vroeger dateeren en me sedert jaren als 'n strop om den hals liggen! Nu, die Laporte is goddank afgedaan. En ook Willème had nu eens eindelyk moeten volgen. Dit hoopte (en hoop) ik ook. Maar als 't zóó gaat als de 3 laatste voordrachten, is 't ellendig tobben. - Van Edu, schoon hy vandaag by me gegeten heeft, weet ik nog 't rechte niet. Maar dit kan hy niet helpen. Ik wou niets aanroeren vandaag. Hy is overigens zeer bescheiden en (zoo als je weet!) gemüthlich. Maar wat geeft dat! Ik heb Holle nog niet gesproken. Alles omtrent E wou ik uitstellen tot ik eerst jou komst geregeld had. Nu 't zoo'n slakkengang gaat, ben ik verdrietig. - | ||||||||||||||||
[pagina 700]
| ||||||||||||||||
Noteer de volgende plaatsen:
Vrydag morgen Ik kan haast geen geluid geven. Gelukkig dat ik niet voor Maandag spreken moet! Enfin. Die zaak van Bahlman zit me in den maag, dat begryp je. Ik heb nu aan Oebé geschreven dat ik 1o nog niet zeggen kan wanneer je komt. 2o Dat ook myn ‘spreken’ te Arnhem geen reden voor hem is om thuis te komen, daar ik juist op zulke dagen ongenietbaar ben, en my menageeren moet. 3o Dat je in allen geval eerst naar Amsterdam & Hoorn gaat. - Dat ik je brief no 4 niet heb, is m'n eigen schuld. Zeker is hy te Rott. of te Haarlem of Amsterdam. Ik heb er om geschreven.- Als m'n keel wel was geweest had ik vandaag V. Beest Holle opgezocht. Nu heb ik maar door 'n briefje teken van leven gegeven. - Vos is oud geworden, vind ik. - Bezoek gehad van V. Beest-Holle, Loffelt, Vosmaer. Morgen meer. - Ik kreeg zoo even je no 4. Dankje wel. 't Is myn schuld dat hy zoo laat kwam. - Dag beste Mieske. Dag Wou - Verzonden Vrijdag middag |