[2 januari 1879
Brief van Multatuli aan G.L. Funke]
2 januari 1879
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3(½) beschreven. (M.M.)
Wiesbaden 2 Januari 79 beste funke! Ik kryg daar 'n larmoyanten brief van Juffrw N.C. (? Ik ken haar slechts als ‘Naatje’. Ook weet ik niet of die N in haar handteekening wel 'n N is) van Naatje FreybourgGa naar eind1. dan, burgeres van 't Luthersch Diakoniehofje Konynenstraat acostiGa naar eind2., met verzoek, kortom de gewone historie, my by eigen ervaring bekend.
Nu zit ik wel niet zonder geld om haar te helpen, maar dan moet ik òf wisselen, of postwissel nemen (wat hier 'n vervelende omslag meebrengt) of háár marken papier zenden. Myn vriendelyk verzoek is of Gy haar 25 gl. wilt doen toekomen? De stumpert heeft niemand. Wat 'n existentie. Toch ben ik zeker dat ze nooit inslaapt zonder O.L.H. voor al z'n weldaden gedankt te hebben. Nu, wees gy dan maar in myn naam de Deus in machinā die haar helpt.
Ik blyf er altyd by, in Holland te komen, maar ge kunt U niet voorstellen hoe ik tegen dat publiekspreken opzie! 't Is me vreeselyk.
Zeg, ik heb nog altyd maar proef gehad t/m vel 3. Weet ge dat?
Hartelyk gegroet
tt
DD