Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdLiefhebberij-studiën op het gebied onzer dagelijksche taal
| |
[pagina 557]
| |
beaufet of buffet, waarnaar zij den naam van buffetiers kregen. Latere vorsten brachten hun getal op honderd; zij werden gekozen uit de stevigste en knapste kerels die er te vinden waren, en moesten langer dan zes voet zijn. Hunne uniform, dagteekenende uit den tijd van Hendrik VIII, hebben zij met eene enkele afwijking tot op den huidigen dag behouden, en in hun traditioneel costuum, waarbij echter de sedert een paar jaren ingevoerde moderne pantalon een bijzonder leelijk anchronisme vormt, strekken zij met onverstoorbare deftigheid nog steeds tot geleide aan de bezoekers van den Tower. Bij gala-gelegenheden ten hove doen zij steeds dienst; voor de Londenaars zijn zij een onmisbaar deel van de pomp and circumstance der koninklijke hofhouding, en als zoodanig zeer populair. Nu zeggen spotters, dat de meesten hunner niets uitvoeren en een goed leven hebben, en het spelend volksvernuft heeft, met het oog op de welgedaanheid van hun uiterlijk, hun titel van buffetiers dan ook sedert jaar en dag met voorbedachten rade tot beef-eaters verhaspeld, onder welken naam zij bij de Londensche straatjeugd in blakende gunst staan. Uit de eetzaal gaan wij naar het studeervertrek van den heer des huizes, en vinden daar in de eerste plaats het schrijfbureau, het welbekende meubelstuk met zijne tallooze laden en laadjes, zijn cilinderklep en uittrekbare schrijftafel, 't Is een artikel, dat ook al heel wat veranderingen ondergaan heeft, voor het zijne tegenwoordige volmaaktheid bereikte. Een bureau was oorspronkelijk niets anders dan een met een soort van grof laken overtrokken schrijftafel. De wollen stof, die daarvoor gemeenlijk gebruikt werd, heette in het Fransch bure of bureau-baai, een der goedkoopste kleedingstoffen, gewoonlijk door de mindere klasse gedragen. In dien zin komt het o.a. voor bij Boileau: ‘Damon, ce grand auteur, dont la muse fertile
Amusa si longtemps et la cour et la ville,
Mais qui, n'étant vêtu que de simple bureau,
Passe l'été sans linge et l'hiver sans manteau.Ga naar voetnoot* ’
| |
[pagina 558]
| |
De schrijftafel werd weldra benoemd naar de stof waarmeê zij was overtrokken; zij kreeg van onderen kastjes met laden in plaats van pooten; zij werd gesloten met een klep; allerlei verbeteringen werden aangebracht, maar den naam bureau bleef ze steeds behouden. De Engelschen namen het woord met hunne gewone gastvrijheid in hunne taal op, maar breidden de oorspronkelijke beteekenis zoover uit, dat bij hen en bij de Amerikanen een bureau in vele gevallen een meubel, niet voor de studeerkamer of het kantoor, maar voor de slaapkamer is, en ongeveer gelijk staat met ons latafel of commode. (....) Mij rest nog eenig huisraad, dat meer bepaald op onze slaapkamers thuis behoort. Onze goed Hollandsche latafel heeft velerwege moeten plaats maken voor de in de achttiende eeuw in Frankrijk uitgevonden commode, een soort van geornamenteerde latafel, die, blijkens haar naam, zeer in den smaak van 't publiek viel. Volgens de beste autoriteiten, die ik heb kunnen raadplegen, onderscheidt de chiffonière zich van de commode vooral daardoor, dat ze de helft hooger is, en dus de helft meer laden heeft. De oorspronkelijke beteekenis, vodden- of lorrenkast, is natuurlijk geheel op den achtergrond geraakt. (....) |
|