Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[15 mei 1878
| |
[pagina 536]
| |
maar ik moet, gelijk Thomas, aanschouwen om te gelooven. Van de Hollanders verwacht ik niets rechtvaardigs. Hoe maken het Vosmaer en Verbrugge? 't Pleit zeer voor u en hem dat hij niet boos was over den Havelaar. Hoe vindt ge dat beknibbelen van officieren in Atjeh? In geen ander land zou dit mogelijk zijn. Daaraan leert men ons regeerstelsel kennen. LansbergeGa naar eind1. behoudt zijn twee ton 's jaars en de rijken blijven zonder inkomstenbelasting. Der Siegreiche wil nu de socialisten die honger hebben voeden met godsdienst. Hij lijdt geen honger. A la Wassenaar van Catwijck.Ga naar eind2. Hij trouwde eenige millioenen, en roemt armoede als middel tot gelatenheid. JennyGa naar eind3. is in den 7den hemel door haar kindje, dat een mooi schalksch vriendelijk gezond engeltje is. Men noemt mij hier de vader van de mooie kinderen en Lindor ‘un enfant de Rubens.’ Vrijdag sprak ik over de Javanen in de Société de Géographie. Zelfs de gemoedelijke momiersGa naar eind4. waren vol geestdrift, alleen de huichelende ontstemd over mijn denkbeelden omtrent de evolutie van de zedeleer (zie ‘Oost en West’ van aanstaanden donderdag), maar hier was ik veel minder uitvoerig, sprak slechts over de MarquesasGa naar eind5.-eilanders (die liefst een gevallen meisje trouwen en wy een ‘maagd’ verlangen). Ook de ui van SeeligGa naar eind6.: ‘maar de meiden bennen zwart’ ontstichtte de onreinen. ReclusGa naar eind7. was uit Vevey overgekomen en wil den 24en weer komen voor het slot der voordracht. Zijn eerste woord was: ‘Gij kent zeker Multatuli?’ Waar ontmoettet gij hem? Een lief heer, Brochet, verzocht mij de hand te mogen drukken wegens den zeldzamen geest van rechtvaardigheid, waarmee ik minder beschaafde volken beoordeelde. Zijt beiden van ons omhelsd of gegroet. Uw vriend R. v. E. |
|