Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[9 maart 1878
| |
[pagina 282]
| |
niet. Ook ik wil er wat van hebben, en hoop vliegers met hem optelaten. (Zie Vosmaer's Vogels, bundel III), waarin ik als vlieger oplater-majoor voorkom.) Ik ben zeker dat alles wat m'n vrouw met Koenraad doet, best is. En toch bedenk ik ('n senie, m'nheer!) nog iets waaraan zy misschien niet gedacht heeft. Voor ik 't haar schryf, vraag ik 't aan U en Uw vrouw: Mag Koen 2 uren (?) daags... timmeren leeren? Ons onderhuis wordt bewoond door 'n timmerman die in 't achterhuis z'n werkplaats heeft. De man en z'n Gesellen zyn zeer fatsoenlyke menschen, en ik ben zeker dat Koen geen onbehoorlyk woord hooren zal. Ik zou 't nuttig voor hem vinden. Dan leert hy z'n handen 'n beetje gebruiken, en tevens is 't 'n afwisseling van ander leeren. Toch begryp ik, dat we Uw toestemming noodig hebben. Ook is 't de vraag of hyzelf er pleizier in heeft? Nu, dàt zal blyken. Eerst moet ik weten of Gy en Uw vrouw het goedvindt. Tweemaal één uur daags zal genoeg zyn. En hy hoeft er niet voor uit, want uit z'n eigen slaapkamertje en uit de keuken, kunnen we de werkplaats zien. Morgen naar (Meppel en maandag naar) Groningen. De publieksprekery verveelt me gloeiend. Ik verlang naar m'n vliegers. Ik zal ze zelf maken met Koen. O, magnifiek! Hartelyk gegroet tt Dek
M'n vrouw schryft dat ge Koen zoo'n schoonen brief hebt geschreven, en dat het lieve kind er werkelyk naar handelt. |
|