[2 maart 1878
Herinnering van V. Bruinsma]
2 maart 1878
Herinnering van V. Bruinsma. In: Ter gedachtenis aan Multatuli 1887-19 Februari-1892. Amsterdam, 1892, blz. 15. Fragment.
Het meeste genoegen echter heeft de goede dek - vergun mij hem nog eens bij dien naam te noemen - waarschijnlijk gehad van een op 2 Maart 1878 hem aangeboden geschenk, dat nog niet het tiende deel van de waarde van het ‘Huldeblijk’ bedroeg, maar door de wijze, waarop het bedrag bijeen kwam en de manier, waarop het werd aangeboden, hem, voor zoo ver ik weet, geen enkel onaangenaam oogenblik heeft berokkend. Het was een zilveren bokaal, met honderd gouden tientjes gevuld, een aardigheid, bedacht door den niet lang daarna overleden goeden braven aart admiraal, die er op gesteld was - niettegenstaande het verzet mijner geheel-onthouders-aspiratiën - er een anker wijn van den besten, dien we konden krijgen, aan toegevoegd te zien. Het was gelukt - even als trouwens ook met Tandem het geval was - dat zaakje geheel buiten de pers om in orde te krijgen, zoodat er nu voor het eerst hier een letter over gedrukt wordt, en daardoor was een der ergste onaangenaamheden, die later aan het ‘Huldeblijk’ voorafgingen, het be- en veroordeelen in de kranten, voor hem vermeden.