Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdMultatuli in Utrecht.
| |
[pagina 215]
| |
uit ervaring kon hij dus niet tot ons spreken. Hij had ons derhalve duidelijk aan te toonen dat de weg, dien hij zich tot dat doel gekozen had, niet feilen kon. Kregen wij die overtuiging? Spreker ving aan met de verklaring dat hij niet de eerste was, die een weg naar het geluk wees. Vóór hem had Jezus dat gedaanGa naar voetnoot*, iemand met wien hij zich zeker niet op een lijn durfde stellen. Maar den door Jezus aangewezen weg achtte hij den waren niet. Ons dunkt niets was nu natuurlijker dan dat de spreker aantoonde, dat de weg door Jezus gewezen onmogelijk tot geluk leiden kan. Dit deed hij echter niet. Hij volstond met de verklaring, dat hij hierom een anderen koos, wijl bij eerstgenoemden sprake was van een leven hiernamaals, een leven waarvan het bestaan hem niet helder was. Dit bewijst immers niets tegen den weg zelven. Maar Multatuli wees een anderen weg. Hij heette: Deugdzaam zijn, waar zijn. Deugdzaam zijn. Maar dan zou iemand zich volmaakt deugdzaam moeten gevoelen, anders werd door iedere ondeugd, op welke hij zich betrapte, zijn geluk vergald. Wij meenen, dat de historie leert, dat niemand op aarde vlekkeloos is. Niemand kan dus gelukkig zijn volgens Multatuli's leer. Ergo bestaat het geluk niet, en kan er geen weg daarheen zijn. Dit gevoelen versterkt de spreker nog meer, waar hij beweert, dat er eene volledige natuurkennis noodig is, om deugdzaam, dus gelukkig te kunnen zijn. Tot die mate van kennis zal, dunkt ons, menige dag levens vereischt worden, en het grootste deel van het leven zal dan zonder geluk moeten worden doorgebracht. Als iemand nu eens vroeg sterft? De weg door Multatuli aangewezen zou - als hij de ware was - slechts dienstig kunnen zijn voor dengenen wien een lang leven te beurt valt. Treurige weg! Wij mogen ook niet verzwijgen, dat wij Multatuli gaarne de proef op de som hadden hooren leveren. Wij hadden hem tal van voorbeelden willen zien bijbrengen van personen, die zich gelukkig gevoeld hebben, nadat zij den door den spreker gewezen weg bewandeld hadden. De Historie der Christelijke kerk noemt verscheidene personen, die zich gelukkig gevoelden op den door hunnen Heer gewezen weg. | |
[pagina 216]
| |
Waar zijn leidt tot geluk. Maar er bestaat geen waarheid of liever ‘niets is geheel waar’ zegt MultatuliGa naar voetnoot*. Ook het streven naar waarheid zal dan zijn ‘la mer à boireGa naar eind1.’. Maar wie waar is, is die steeds gelukkig?... Bovendien ook tot het waar zijn wordt een zeer lange studie op allerlei gebied vereischt en van daar dat het geluk langs dien weg te verkrijgen voor de meesten een hersenschim, voor enkelen slechts laat te verkrijgen zal zijn. Ten slotte vragen wij: is waar zijn en deugdzaam zijn synoniem? Volgens den spreker moeten zij het toch zijn, maar naar onze meening kunnen ze het ook niet zijn. (....) Wil hij nog eenmaal de Christenen in hunne geloofsovertuiging aantasten, wij zouden hem raden eerst ernstig en grondig onderzoek naar die overtuiging te doen, dan zou hij bevinden, dat het Christendom niet leert de deugd te betrachten ter wille van de belooning, maar omdat zij deugd, en vooral omdat deugdsbetrachting Gods wil is. Onze God blijft ook na Multatuli's voordracht de persoonlijke God der Christenen, niet de noodzakelijke, dien M. als zijnen God erkent! Hoe kan deze een God zijn?! Noodzakelijkheid wordt voorgeschreven. Er moet dus iets hoogers zijn dat deze voorschrijft, ja beveelt. Noodzakelijkheid bovendien sluit alle ongehoorzaamheid buiten. Aan Multatuli's God gehoorzaamt dus ieder. Zijn kampstrijd is alzoo overbodig. Otto Schrieke. |