Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 201]
| |
Dinsdag ochtend Rondeel Wel, Mieske, 't gaat crescendo! 't Is nog nooit zoo goed geweest als gist'ravend over wysbegeerte. Ieder was erg tevreden, en Funke's gezicht straalde nog meer dan by poëzie. - Heel vol was 't niet, maar toch redelyk, zoodat jouw lezing wel iets bedragen zal. Je krygt het precies! Gut, zoo'n pret voor me. - Ik denk wel aan Willeme. Dat gaat jou niet aan. Alles zal in orde komen. - Ik was gister, en ben vandaag byzonder wel. - Nader berichten volgen. - Straks terug naar Rotterdam. Ik ben den heelen reis nog niet zoo wel geweest als gister en nu. Kompleet flink. Al stond er nog 'n nul achter de pretentie van Willeme, tòch zal je je br.Ga naar eind1. hebben. En jy zult ze halen dat spreekt. - Ook Charl. de Gr.Ga naar eind2. zal ik tevreden stellen. - beschouw je maar als 'n ryk mensch. - Over 'n jaar zal je 'n villa kunnen koopen als je daar zin in hebt. - Fredi was... om te stelen. Ze zal je schryvenGa naar eind3. over m'n bezoek o ze was allerliefst. Zeg haar dat ik dit vond. Tandem zal prachtig worden! het kan niet missen. Ik heb 't nu bedacht en voer het uit. Als ik nog 5 jaar leef, laat ik je 'n vermogentje na, en al ware dat niet, dan toch 'n zeer deftig inkomen. Dàt noem ik manoeuvreeren, hè? Denk niet dat ik droom. Ik heb verstand van zaken, en niet de WertheimsGa naar eind4. &c dag mies.
Braunius Oeberius (met vrouw & zuster uit Arnhem overgekomen: o beeldig hartelyk!) nu hy zei: och wat zie je 'r beter uit dan by poëzie. (toen was hy er ook, maar alleen) Ik antwoordde (of liever schreef hem zoo even want ik wil hem nu niet spreken in de vroegte) ‘telegrafeer dat aan m'n vrouw.’ Zeker doet-i-'t! Z'n vrouw en zuster waren innig hartelyk. Niet te beschryven. En ik heb beloofd te Arnhem by hen te logeeren op conditie dat ik zooveel ik wil op m'n poot mag spelen, en weggaan zonder te groeten. ‘O graag, graag, riepen zy allebei, en hy ook.’ - De familie Schröder was er weer, en ik kreeg 'n herinnering aan de belofte hen te komen zien. - | |
[pagina 202]
| |
Ik antw. ja, maar als de voordr afgel. zyn. Nu ben ik 'n half mensch. |
|