te. Maar daarna kreeg ik een 'n beetje kalmer brief uit Rott. van Zondag 17. Hy schreef me dat-i Amsterdam ontvlucht was - dat hy zich onwel voelde worden, dat i saturdag avond om negen uur was aangekomen in R en toen naar een restaurant was gegaan en geprobeerd had wat te eten, want dat hy dat in 2 dagen niet gedaan had! Hy kon evenwel niet eten want hy was te òp. maar nu zou hy wel spoedig beter worden en wat geregeld leven schreef hy. Ook was hy vóór de lezing te Leiden (het laatste bericht dat ik heb) volgens zyn getuigenis en dat van anderen wèl naar lichaam en geest.
Hy schynt dus vergeten te hebben dat hy Saturdag middag by U komen zou! ik weet hoe naar het is iemand zoo te vergeefs te wachten en dat nadat ge u zooveel moeite voor en om dek gegeven had - 't spyt me wezenlyk erg, en ik ben haast bang dat vooral uw vrouw een beetje boos op hem is. Ik weet hoe onprettig en ergerlyk zulke dingen zyn. Ik heb dek gevraagd of i die afspraak vergeten had - en ik ben zeker dat het hem erg spyt. In gewone omstandigheden is hy stipt op zulke zaken, maar hy was nu werkelyk niet wel van agitatie - Wilt ge beiden 't hem vergeven?
Verbeeld u toch den dag van zn lezing in A. heeft hy niets gebruikt dan een kop bouillon en den dag daarna gewacht tot 's avonds negen uur! En hy kan daar volstrekt niet tegen! hy heeft juist behoefte aan goede voeding, vooral by zooveel agitaties. Toen hy me de laatste keer schreef Woensdag en donderdag was v. Helden by hem en schonk koffi, en zou wat voor 'm zorgen ik heb dus 'n beetje hoop dat die hem ook op zn tyd aan 't eten zal herinneren. - 't Is wezenlyk al te erg! Goddank dat de voordrachten hem makkelyk vallen. ‘Maak je niet ongerust schryft-i - ik had wel stof voor 1000 avonden.’
Dat i in A. zoo vermoeid scheen, zooals ik ook uit 't nieuws zag, zal voor een groot deel wel aan z'n armzalig kop bouillon - en logementen bouillon! - te wyten zyn.
Nu ik groet u heel hartelyk en Marie ook. Van de geboorte van 't jongetje hebben we niet eens wat gehoord, dus dat zal wel alles in orde zyn. - Van Eduard heb ik al weer een nare brief voor dek. Zoogenaamd door een vriend geschreven om om hulp te vragen daar hy er erg in zat. maar ik geloof dat hy hem zelf geschreven