Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 72]
| |
9 febr. Saterdag avend 8 uur lieve Mieske. De zaak van Zuur is afgedaan. Ik wist niet eens dat er 'n acceptatie van in de wereld was. Ze bedroeg f 1000 en daarop was fl 200 betaald. Op 't oogenblik ontvang ik hem in 'n couverte, met 'n scheur er inGa naar eind1., terug, ik geloof van Van Zuylen. Ook weet ik dat men zich bemoeit met die zaken te Brussel. Zaken, want die andere man ('n bakker of materialist, geloof ik) hoort er ook by. Dat was 1300 francs! Hoeveel 't van Willeme was weet ik niet. Men heeft me die beide brieven afgenomen, en onder uitdrukkelyke verzekering dat dit niet den minsten inbreuk zou maken op de afrekening der recettes. Anders zou de heele tournée me niet helpen, dat begryp je wel. Wees niets bang voor de 1000 mark die je hebben moet. Van dien kant geen zorg. - Vraagje me nu of de loop die de zaak met Zuur en met die beide Brusselaars neemt, my in allen deele bevalt, neen! Ik heb op 't punt gestaan te zeggen: ‘hé, als jelui zoo welwillend bent, geef me dan 'n duizend gulden of tien. Ik verzeker je dat ik dan precies weet hoe ik die zaakjes moet behandelen.’ Maar ik bedacht me, en liet hen begaan. (Hen? Ik weet niet eens wie er in betrokken zyn. Ook dat heeft z'n beroerde zyde!) Maar ik wil 't élan niet storen. Alleen drukte ik er op dat ik 't geld voor m'n lezingen zelf noodig had. (Ik ben ook niet tevreden over zekere aftrekking van Zuur's pretentie. Ik hoorde (half van terzy) dat hy fl 200 had laten vallen. Ik zei niets. Maar dat wil ik niet. Op z'n tyd zal ik die fl.200 toch betalen.) Nu, 't is stellig afgesproken dat ik 't geld van de lezingen intact in handen kryg. Ik denk dat de 1000 mark die er te W.b. noodig zyn wel present zullen wezen na de lezing hier, of anders zeker na Utrecht. En, als ik bereken dat het er is, vraag ik er om, en zend je den heelen boel in eens. - | |
[pagina 73]
| |
lief briefje van Bé. Ze schryft dat ze in Haarlem zoo beroerd leefde, en schynt bly dat ik niet daar gekomen ben. Wacht ik zend het je. Nu antwoord ik dat ik den 13n na m'n voordracht te Utrecht, niet naar Rottm terugkeer, en den 14n smorgens haar teeken van leven geven zal. Er is iets kinderlyks in haar schryven, vind je niet? Ik zal haar 1e briefje hier ook by doen. Maar zeg haar dit niet. Dan gaat ze misschien gegeneerd voelen. Een 3e persoon is altyd hinderlyk al is men daarmee intiemer dan met den 2n zelf. Ik stel er me genoegen van voor haar in dat komieke boeltje van 'n winkel te zien. Niet omdat ik er vrede mee heb of 't prettig vind, ajakkes! Maar nu 't eenmaal zoo is, vind ik 't komiek. - Heden, na veel geseur en gemaal, 'n kamer gehuurd (Westerstraat no... ik weet niet) Blyfjy maar adresseeren zonder straat of no. Post & telegraaf zullen 't altyd weten. Ik verhuis eerst dinsdag morgen, omdat de kachel weggenomen was. Morgen is 't zondag. Maandag wil ik m'n rust houden om de lezing, want ik weet niet wat er in die kamer weer wezen kan dat me wegjaagt, en dat wil ik niet riskeeren. Dus ik ga dinsdag morgen over. Ik heb 'n goede zit-, en ruime slaapkamer voor 30 gl. Jongen kent de menschen en roemt hen als ‘gewoon met vreemde heeren omtegaan’ De Chanceher du Consulat de france heeft er 5 jaar gewoond. Jammer dat het wat ver uit de buurt is, maar ik wou 'n eind maken aan 't hotel leven. Ik heb hier geen kast! Alle papieren & brieven 10 maal daags in en uit den koffer! Van Mevr. L. 'n brief in potlood dien ik niet lezen kan. Ik heb haar geschreven dat ik 't erg druk heb. Dat 's de waarheid. - Ik ben heelGa naar eind2. wel - Houd me goed op de hoogte over je keel. Kom, aansteken! Je hebt me nooit aangestoken. Op dien koop durf ik je den ergsten zoen te geven die ooit gegeven is. Als jy 'n ziekte had, moest ik lang dood wezen, dunkt me - Van HeldenGa naar eind3. is by me geweest. Hy krygt 15000 gl. uit den boedel. - Brief van Daantje.Ga naar eind4. Heel hartelyk. 't Spyt hem dat jy niet meegekomen bent. Hy wil maandag hier komen, en als 't me hindert (voor de lezing) me dinsdag komen opzoeken. - Nu sluit ik maar. Dag Mies. Zeg kun je dat naaistertje niet ergens laten slapen? Ik weet wel dat ze niet tegen dieven vechten kan. | |
[pagina 74]
| |
Maar ze kan roepen, kloppen, alarm maken. heb je m'n langen brief die van ochtend van hier ging? |