Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 66]
| |
Wiesbaden 9 febr. 1878 Lieve Mevrouw, Dank voor uw brief. Het was wezenlyk allerliefst van U na uw kennismaking met Multatuli ook aan my te denken. Onwillekeurig schryf ik daar ‘Multatuli’. Och, het is of uw brief, dien ik daar juist herlas my verplaatst in vroeger tyden, toen ook ik hem nog zóó noemde, toen ik nog niet verwend was door de gewoonte van zyn byzyn. Ja, verwend, dat voel ik vooral in deze eenzame dagen eens recht! Ik ben verheugd dat U en Dek elkaer nu ook persoonlyk hebben leeren kennen. Hy had my geschreven dat de heer De Haas hem bezocht had, en dat hy dien avond het genoegen zou hebben ook U te zien. Maar 't leven is vol voor hem in R. en al schryft hy my dagelyks een woordje tot uitvoerige berichten omtrent zyn wedervaren en ontmoetingen ontbreekt hem tyd en loisir. Ik wil hem uw brief zenden dit zal zeker het beste middel zyn hem uw uitnoodiging onder de oogen te brengen, waaraan ik overigens niet twyfel of hy zal er gaarne gebruik van maken. Maar zooals u weet staan hem voorloopig allerlei drukten van voordrachten en 't daarvan onafscheidelyke heen-en-weer trekken te wachten. Ik hoop maar dat een en ander hem niet al te zenuwachtig zal maken. Hy is gezond van gestel maar niet heel sterk meer, wat dan ook niets te verwonderen is als men aan zyn leeftyd denkt en berekent hoevele zyner jaren het recht hadden hun gewicht dubbel en driedubbel in de schaal te werpen. En nu, vaarwel, lieve Mevrouw, U heeft D reeds meer aangename oogenblikken geschonken, en daarom en door uw vriendelyk schryven genoopt sluit ik met een hartelyken groet, hoogachtend Uw toegenegen M Douwes Dekker Schepel |
|