Volledige werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877
(1987)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[15 juli 1877
| |
[pagina 693]
| |
kunnen opmaken dat ik plaats heb. Och, dit is 't geval niet. Wy wonen heel bekrompen, en de beide meisjes logeeren in 'n kamer naast ons huis, die ze gehuurd hebben. Ik zeg U dit omdat ge weten moet waarom ik U niet te logeeren vraag. M'n middeltjes zyn altyd vry beperkt, iets waaraan ik me niet dan met weerzin gewennen kan, maar 't moet wel. Zorg asjeblieft dat ik weet wanneer ge komt? Ik raad U de uitreis per spoor te doen, en de terugreis gedeeltelyk (van Mainz tot Coblenz) pr boot. Dat is de ‘Strecke’ van den Ryn die men pr boot en mèt stroom moet gedaan hebben. Tegen stroom is de boot te vervelend, en die Strecke is 't voornaamste. Ik zit er mee bezet dat ge hier in 'n vil-hotel zoudt zyn, en toch zie ik geen kans u òns woninkje aantebieden. Ajakkes!- Hartelyk gegroet met U beidjes. Zeg: m'n naam by m'n kinderen en vrienden is Dek. Dit a Go, ook voor Uw Hilda, asjeblieft. Ik ben noch 'n m'nheer, noch 'n geleerde, noch 'n schryver noch - al wat men wil, ik ben D.E.K. en liefst, als jelui goed gemutst bent ‘beste Dek’ (om te beginnen) Dek |