[30 juni 1877
Roorda van Eysinga in de Sneeker Crt.]
30 juni 1877
Artikel van S.E.W. Roorda van Eysinga naar aanleiding van de Bloemlezing in de Sneeker Courant, no. 52. (G.A. Sneek; fotokopie M.M.) Fragmenten.
Zie voor het voorafgaande stuk bij 27 juni en voor het vervolg bij 11 juli.
Onder de middelen, door Multatuli voorgesteld om onzen verrotten toestand te verbeteren, behooren: 1o. een staatsgreep; 2o. algemeen stemrecht; 3o. natuurstudie. Blijven wij hierbij eenige oogenblikken stilstaan.
1o. Een Staatsgreep. Het is bekend, dat onze Kamers diep geminacht worden door al de niet-kiezers, vooral in Indie. Vóór meer dan twaalf jaren werd, op voorstel van een doortastend landgenoot, tusschen twee der hooggeplaatsten in ons Rijk de vraag besproken, de Kamers uiteen te jagen.
De voorsteller kreeg tot bescheid: ‘Wij hebben geen soldaten genoeg.’ Hij antwoordde den boodschapper: ‘Met duizend vrouwen jaag ik dien rotten boel uiteen.’
Het is bekend, dat niet alleen Multatuli, maar ook later Busken Huet den Vorst heeft aangeraden, de papieren kluisters te verbreken, waarin parlementaire wijsheid hem gevangen houdt. Het pleit niet voor de door onze bladen verdedigde zaak, dat zij niet krachtiger tegen twee zulke algemeen gelezen schrijvers optreden.
Het kan de bedoeling van Multatuli, die altijd optrad voor gezag en orde, niet zijn, een regeeringloosheid te willen, gelijk in Spanje, Zuid- en Midden-Amerika. Maar het behoud van den Staat is de hoogste wet. Als later Pruissische soldaten schilderdenGa naar eind1. voor het ruiterstandbeeld van Willem den Zwijger, zoude menig landgenoot verwijtend uitroepen: ‘Waarom heeft Willem III niet bij tijds de kakelende volksbedervers naar huis gejaagd?’ (....)