Volledige werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877
(1987)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdReclame.Kijk eens, zei onlangs een vriend tot mij, terwijl hij me een grijs couvert met inhoud onder den neus hield; kijk eens: zoo fopt men geloovige lieden. Ik keek volgens zijn wensch en las: MULTATULI'S ANTWOORD Prijs 25 Cents.
Nieuwsgierig nam ik den inhoud er uit: een geschriftje van 8 pagina's druk, en las aan 't hoofd daarvan: | |
[pagina 685]
| |
ANTWOORD op den brief van J. Esser, alias Jut, waarin zeer belangrijke aanhalingen van MULTATULI 't Uithangbordje was vrij wat veranderd. Niet dus een antwoord van Multatuli, maar eenvoudig een antwoord, meegedeeld door G.W. van der Voo. Van den inhoud zeg ik alleen, dat daaruit duidelijk spreekt de libre penseur; de vorm is een zwakke weergalm van Multatuli's bijtende satyre. Maar wat en hoe iemand schrijven wil is geheel en al zijn zaak, wanneer hij maar niet iets anders geeft dan hij belooft en waarvoor hij wordt betaald. En dit is hier wél 't geval. Menigeen is dupe geworden van het opschrift op het couvert, te oordeelen naar den 2en druk. Afgaande op den naam Multatuli en begeerig te weten, wat deze onafhankelijke denker van de geruchtmakende zaak zou zeggen, kocht hij den brief en vond zich na de lezing zeker volstrekt niet bevredigd, wel een kwartgulden armer. Is het niet afkeurenswaard, zoo misbruik te maken van Publieks vertrouwen op een gevierden naam? Wie de schuldige is, uitgever of schrijver, kan de lezer niet uitmaken, al valt het moeilijk te gelooven, dat een vereerder van M., gelijk de heer van der Voo schijnt te zijn, de hand in 't spel gehad hebbe. Ik althans kan mij zoodanige handelwijs van een Multatulist niet voorstellen: ze strijdt immers lijnrecht met zijn devies: Waarheid. Het openbaar maken van deze zaak moge den kooplustigen lezer in 't vervolg behoeden voor 't schenken van zijn gulhartig vertrouwen aan veelbelovende opschriften op gesloten couverts. H.d.R. |
|