Volledige werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877
(1987)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdDe jongste aflevering van Multatuli's Idéen.Ga naar eind1.Het Schoolblad heeft, dunkt mij, de jongste aflevering van Multatuli's Idéen wel wat droog aangekondigd door er zich met een paar regels af te maken en alleen te vermelden, dat zij het vervolg der geschiedenis van Woutertje bevat. Zij leert ons, onder anderen, ook den edelen Pater Jansen beter kennen en voert zijne trouwe, dankbare dienstbode Stijn voor het eerst ten tooneele. Men staat verbaasd en is verrukt over de vele liefelijke figuren, die de schandelijk vervolgde en belasterde kunstenaar weet te scheppen. Zulke karakters worden niet met het hoofd alleen voortgebracht. Wat onuitputtelijke goudmijn moet er liggen op den bodem van zijn hart! Maar ook, wat geducht menschenkenner! Wat onteerend vonnis door hem aan de kaak te worden gesteld! Misgunnen wij dan ook den door hem gebrandmerkten en door hun landgenooten ‘gevierden’ hun tijdelijk aanzijn niet! Na hunnen dood zal er niets van hen overblijven dan zijn oordeel. Het blijft opmerkelijk, dat niemand hen met argumenten durft te verdedigen, zelfs niet den ‘eminenten’ heer Thorbecke. Ook zijn zoon durft zelfs zijn stem niet te verheffen. Als ik voor de vrijspraak van Mevrouw Jut gepleit had, zou ik, dunkt mij, de nagedachtenis van mijn vader niet straffeloos laten aanranden. Maar men begrijpt het zwijgen nog beter, als men bedenkt, dat het volk, te Amsterdam, bij het jongste kermisstandje, uitsluitend het | |
[pagina 566]
| |
standbeeld van den ‘eminenten beschermer van de volksrechten’ wilde schenden en bv. dat van Vondel ongedeerd liet. Ik zeide onlangs in ‘De Opmerker’, dat Multatuli even onrechtvaardig is bejegend geworden als Comte.Ga naar eind2. Dit is niet geheel onjuist. Toen Comte door de laagheid der Regeering en der ‘pedantocraten’ (wiskundigen en sterrekundigen) zedelijk gedwongen was geworden zijn ontslag uit 's lands dienst te nemen, verzekerden de zeldzame lezers van zijn moeilijk te verduwen Philosophie positive hem tot zijn dood een jaargeld van zevenduizend franken. En de duizenden lezers, die Multatuli's werken genieten, wat doen zij? Maar overigens is de bejegening van beide gelijk. Men kent de ellendige uitdrukking van den heer van Twist: ‘ik zou over den schrijver en zijn boek veel kunnen zeggen.’ Zoo liet ook de akelige GuizotGa naar eind3. in de Mémoires de mon tempsGa naar eind4. zich even laatdunkend uit over Comte als over een mensch, dat onzedelijk moet zijn, omdat het niet gelooft, en over zijn ‘hoogmoed’. Nota bene, zoo schreef de man, die zijn boek durfde te betitelen: Gedenkschriften van mijn tijd! Ja, Comte had de moed om hoog te staan, gelijk Multatuli. Nu, Guizot is in Frankrijk bijna reeds vergeten, en zijn weinige vereerders zijn verplicht, om hem te redden, hoog op te geven van zijn strenge jeugd en zijne kuische zeden, een verdienste waarop de heeren Thorbecke en van Twist wel, maar Karel de Groote, Willem de Zwijger, Hendrik de Groote, Richelieu, Willem III, Peter de Groote, Katharina de Groote en Napoleon de Groote niet konden bogen. Comte's wijsbegeerte wint meer en meer veld. Van zijn werk is een vierde uitgaaf ter perse. De werken van Multatuli geven, ondanks de rechtmatige bitterheid, die dikwijls doorbreekt, ook ruime stof tot bemoediging. Wanneer de onderwijzers met hunne leerlingen, ‘de hoop des vaderlands’, pijnlijk hebben stil gestaan bij onze kiezers, publicisten, hovelingen, kamerleden, ministers en landvoogden, geteekend met de trekken van Batavus Droogstoppel, Slijmering, Schmoel, Kappelman, Kopperlith, enz.Ga naar voetnoot* zullen zij met voldoe- | |
[pagina 567]
| |
ning kunnen verklaren, dat men niet behoeft te wanhopen aan een volk, dat de modellen leverde voor Louise, Hanna, Woutertje, Femke, Holsma, Vrouw Claus, Pater Jansen, Stijntje en - last not least - Max Havelaar. Rolle, aan 't Meer van Genève 4 Dec., 1876. S.E.W. Roorda van Eysinga. |
|