Volledige werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877
(1987)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 549]
| |
W.h.V.H. Vriendelyk dank voor Uwen brief. Van 't daarin voorkomend prentje heb ik nota genomen. Och, och, och, in afl 4 zult ge, vrees ik, passages vinden die... ook prentjes uitlokken. Hoe dit zy, ik stel uw oordeel op hoogen prys, en ben U dankbaar als ge 't my meedeelt. Maar bedenk S.V.P. dat my, als natuurlyk middelpunt van m'n ikheid, dingen blyken die niet tot u komen. Dit rechtvaardigt het unschöne van bitterheid niet, maar 't verklaart wel iets. Behalve positieve aanvallen, vergader ikzelf dagelyks 'n tal van onwelkome indrukken van negatieven aard. Wie in verhandelingen over 't reinigingsstelsel, den naam van LiernurGa naar eind1. overslaat, tast Liernur aan. Nog-eens ik zeg niet dat ik... verstandig doe, blyk te geven van gevoeligheid. Maar ik zou me bederven als ik me ging toeleggen op taktiek. ‘Net doen alsof...’ kost me groote inspanning. 't Is 'n ekonomie voor me, àls ik kwaad ben, kwaadheid te toonen. Maar 't is jammer, dat m'n uitvallen juist door hen gelezen worden, die ze niet aangaan. Net als van den pastoor die in de kerk, uitvaart tegen de boeren die in de kroeg zitten. Meen niet dat ik pleit. Integendeel, ik geloof dat ge recht hebt, en ik dank u. Dit vodje geldt niet voor 'n brief! Ja, asjeblieft CoppéeGa naar eind2., doch minder om hem dan om U. Veracht me niet te zeer, als ik u zeg dat ik juist vandaag in ‘Nieuwe Bydr. Onderwys’ 't eerst iets van hem las. Ik heb 'n schuld aan uw kl. kerel. 't Wacht op... ‘Blyspel’. hm! Hartelyk gegroet DD Ik heb 'n bewys dat juffr. de Vries zeer verdienstelyk is, 'n bewys! De Tooneelrecensent Rottm heeft door háár spel geleerd.Ga naar eind3. |