dan 't spiritismus zelf. Ik observeerde de manier waarop 't zelfbedrog werkte. Ik ben (in heel anderen zin natuurlyk) spiritist genoeg om te weten, dat gy 'n oprecht mensch zyt en dat ik me schuldig maken zou aan lompheid, indien ik uw welmeenend aanbod om me door het zenden van 'n paar werkjes, die over de zaak handelen, te onderrichten, van de hand wees. Maar ik ben zeer tegen 't onderwerp ingenomen. Wees daarop verdacht!
De werken van Allan Kardec hebben me niet bekeerd.
Een schoonzuster van me, die zich geheel en al aan spiritisme wydde en die N.B. op velerlei gebied 'n heftige tegenstandster van my was, zóó zelfs dat ik vele jaren lang taal noch teeken van haar ontving, schreef me dat ‘de geesten’ (wie, weet ik niet) haar gezegd hadden:
‘Multatuli is 'n apostel der waarheid’
Ik antwoordde: ‘in m'n hoedanigheid van apostel der waarheid ontken ik 't bestaan van geesten.’
Nooit heb ik vernomen hoe ‘de geesten’ zich gered hebben uit het (cretenser leugenaars-) dilemma, dat hieruit voortspruit.
Éen vraag, waarde Heer. Hebt ge ooit door 'n Geest eenig vraagstuk zien oplossen, dat niet opgelost was, of niet opgelost worden kon, door 'n niet-Geest?
Ik zal de werkjes, die gy my toezegt, ter goeder trouw bestudeeren en u mededeeling doen van den indruk dien ze op my teweegbrengen; 't adres van uw brief was goed.
Na beleefde groete met achting (want ik bespeur achtenswaardigheid in uw brief!)
UwWelEd. dw. Dienaar
Douwes Dekker.
Nooit doet 'n gewoon geloovige (Protestant noch Katholiek) de minste poging om my te overtuigen van de stevigheid der grondslagen van zyn Geloof. Dit neem ik hun kwalyk! Dat ik ten laatste een àl te herhaald beproeven om me hun meeningen waar te doen schynen, uit verveling en tydgebrek zou moeten afwyzen, is waar. Doch zoover komt het niet. Ze beginnen niet eens! Integendeel ze ontwyken den stryd, en dit is geen blyk van overtuiging en oprechtheid, dunkt me.