me leed doet zóó als vogelverschrikker de wereld integaan, en zóó'n konterfeitsel achtertelaten als ik dood ga. Dat ik zeer leelyk ben kan Mottu niet helpen, maar dat-i me zwart haar geeft en dat (één vooral, schoon ook de vorigen) ze zoo groezelig van tint zyn in weerwil van den al te donkeren afdruk, gaat wel den fotograaf aan. Ook de poses vind ik... fotografisch, d.i. heel leelyk. M'n haar zit almede niet goed. Ge herinnert U dat ik 't zeide, en had het van my afgehangen dan had ik dien morgen niet geposeerd. Ik ben er maar zeer zelden geschikt toe, en hieruit vloeit de moeielykheid voort, waarover ik U schreef toen ge 't eerst op dat idee kwaamt om portretten van my te maken. Ik wist hoeveel bezwaar 't in had, iets voorttebrengen dat me niet al te erg compromitteerde. Ik gelyk niet op mezelf als ik poseer. Het praatje dat 'n fotografie gelyken moet, wyl 't mechanische copie is van de werkelykheid, gaat slechts door by levenlooze voorwerpen. Juist andersom, een fotografie gelykt zelden, en eigenlyk alleen by menschen met onbewegelyke gelaatstrekken. Ik wil met pleizier heel leelyk wezen, maar op die portretten zie ik er terugstootend en isegrimmig uit. En dit smart me, dit benadeelt me. Ik wist het wel toen ik U schreef dat het zoo'n moeielyke zaak was! In m'n herinnering echter komen my de proeven van Wb nog altyd beter voor dan deze. En vooral 't portret van Mickiwicz (niet de lithografie naar de fotografie.) Dat dat portret na 'n 10, 12 tal jaren te jong is, doet niet ter zake. Over weinig jaren ben ik dood, en dan is juist m'n middelbare leeftyd 't beste. Die heele portretzaak is anders behandeld dan ik zou geadviseerd hebben als ik meegesproken had. Lithografie heeft nooit waarde, al ware ze nóg zoo schoon uitgevoerd, want al gelykt ze (wat zelden 't geval is!) dan
weet de kooper niet of ze gelykt, en om dat weten is 't te doen.
Ge zult nu inzien dat myn opzien tegen 't maken van portretten z'n grond had, en geen kuur was.
't Zal me benieuwen wat Mimi U schryft. Maar ik erken dat ze geprevenieerd kan zyn, want ik schreef haar dat ik den heelen boel afschuwelyk vind. En dat zwarte haar. Als Mottu meent dat dit niet anders kán, zal ik hem 'n blond portret laten zien, en wel meer dan een. Maar de heele tint (van één vooral) is gevlekt, vuil. In één woord, ik vind de uitvoering heel leelyk
Hartelyk gegroet
tt
DD