[Bijlage
Verhaal van Mina Krüseman]
Bijlage
‘Om in te vallen!’ dacht ik dadelijk, en ik doorzag de geheele machinatie, alsof ik geholpen had, om haar samentestellen! (Zooals dan ook, zonder mijn bedoeling, werkelijk het geval was geweest.)
De knecht die mij 't briefje bracht, wachtte op antwoord, en vroeg of ik niet even naar die dame toe wilde gaan, ‘hier drie deuren verder, de laatste kamer’-
‘Neen, zeg dat ik geen tijd heb, 't is tijd van eten, en dan moeten we uit.’
Toen ik met Elize Baart alleen was, liet ik haar 't briefje lezen.
‘Ze is overgekomen om 't stuk te zien, zeide zij.’
‘Neen. - Heb jij er iets tegen dat ze met ons meegaat straks?’
‘N..e..e.n - als jij - 't - goed vindt...’
‘Ja, ik zou 't heerlijk vinden!’
Toen 't rijtuig vóór stond, en we ‘drie deuren verder, de laatste kamer’ voorbij moesten, om naar beneden te gaan, zag ik licht schijnen door de reet onder de deur van M's kamer.
‘Zieje wel dat ze nog dáár is?’
‘Ja.’
‘En dat ze dus niet gekomen is om 't stuk te zien?’
‘'t Is nog te vroeg, ze...’
‘Neen, dat is 't niet!’
Ik klopte, en ging binnen. Zij was alleen en zat te schrijven.
‘Waar is Dek?’
‘Hij had hier moeten zijn... maar...’
‘Hij dineert van middag met de heeren Directeuren, enz., niet waar?’