presentie van 'n niet-akteur. Gister heb ik om harentwil 'n geinviteerde vriend moeten wegjagen! Ze is en blyft nul, en dit zei ik haar lettersgewys:
n.u. l, nul! Ik hoor dat Alb & V.O. haar dit ook gezegd hebben. Haar onbekwaamheid grenst aan 't onbegrypelyke. De onbeduidende Baartje is er een feniks by. Tóch kan V.S. als stuk niet vallen-
Och, beste kerel daar liggen proeven - ik ben scheel van drukte. En denk niet dat het de tyd is die me ontbreekt. Dan slaap ik maar niet, o neen! Maar ik kan niet zien. Ik zie alles scheef!
Heb in godsnaam geduld. Houd me als ziek.
Toch gaat al 't andere goed! Mies komt (diep incognito tot we getrouwd zyn!) Van Nonni 'n lieve brief, nu de eerste. 't Kind was verlegen. Ik heb hartelyk geantwoord. Ze is 'n lief kind.-
laat Woest my oogenblikkelyk schoon vel van Vorstenschool geven. nat, ongeperst.-
Och kyk eens na in 't Voorbericht wat ik invoegde in de 8o uitgaaf. Ik bedoel niet varianten. (die komen nat. in den tekst maar kleine verbeteringen en aanvullingen.
‘troon..... letterbak’
en dergelyke. Er zyn kleine stylfoutjes in de volksuitgaaf
bladzy 104
vasten̸ hand /&c
hartelyk gegroet
tt
DD
De heeren Legr c.s zyn best voor my.
Toen ik gister myn gast op M.K. eisch moest wegzenden, zei ik dat ze volkomen in haar recht was. (Dit is waar) en dat het te wenschen ware dat zy even stipt was in 't leveren van wat men rechtens van háár kon vorderen’
Ze gaf zich uit als iets te kunnen, en ze kent, kan, weet, niets. Dat is bedrog-