[16 februari 1875
Brief van Multatuli aan Vosmaer]
Waarschijnlijk 16 februari 1875
Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Twee dubbele velletjes, geheel beschreven. (M.M.)
Na het woord (vooral) is een naam onzichtbaar gemaakt; na noch graven zijn 5, 6 regels weggeknipt. Het slot ontbreekt.
Mathilde: de zuster van Theo Op de Coul.
de biologie: het biologeren, sterke suggestie.
Egeria: de nympf die de tweede koning van Rome, Numa Pompilius, bij diens wetgeving onderwees; vandaar: raadgeefster.
Jet van M.: Jeane Clant van der Myll-Piepers, Vosmaers vriendin.
Dinsdag avend ½10.
Beste Vos! Ik had me den heelen dag verheugd in de hoop jelui van avend 'n langen brief met indrukken van gister te schryven, maar 't kan niet want ik ben zoo moe, kyk!
't Is de vraag of ik aan Mies schryf, wat ik anders sedert m'n vertrek alle avenden gedaan heb. Ja ja ik ben te moe om je te zeggen hoe moe ik ben. M'n ruggegraat tikt als 'n pendule. Een zware repetitie (M.K. weer!) en... bezoek, bezoekén! En nog is er iemand geannonceerd (v. Asperen, de kordate atheïst.) Zoo-even had ik jongelui uit Delft. Nu, beste jongens, maar ik - ben moê! Wat wilje? (Modelvertaling uit het zinryke fransch.)
Ik kreeg je brief. Die Multatuli schryft toch goed, vind ik. Ja dat stukjen is zeer goed, maar waarom teeken jy 't niet? Ik heb, als 't jou ‘pleizier’ doet, zoo als je zegt, niets tegen de plaatsing, dus: ga je gang. Maar leg me toch eens uit, waarom je my dien veer op m'n muts steekt. Een mooie veer is 't!
In 't algemeen, schryf ik niets in tydschriften, bladen.-
Interruptie. Den atheïst V. Asperen de deur gewezen. De kerel gedroeg zich als 'n kaailooper!-
In 't algemeen dan is 't myn voordeel niet me ergens anders te vertoonen dan in de werken die onder myn naam uitkomen. Dit is nogal natuurlyk, dunkt me! Nu kan men spreken van: ‘de werken van Mult’. Men kan zeggen: ‘ik heb ze, heb ze niet, wil ze hebben’ &c. En zoodra er hier-en-daar wat verschynt, is 't fa-