ren, heb ik den last van 't leven in 'n (hollandsch) logement! Ik had namelyk Jufvr. Kr. verzocht een der heeren van het tooneel te verzoeken 'n verblyfje voor me te huren. Daar ik menschen moest kunnen ontvangen, en niet slapen kan in 'n alkoof, had ik 't ongeluk twee kamers te bestellen. Dit schynt zoo'n hors d'oeuvre te zyn in Rotterdam dat ze tot nog toe niet geslaagd zyn. Vandaag heb ik gezegd-dán in godsnaam één kamer! Al dien tyd zat ik op den schop, en met gesloten koffer in 'n koude kamer. Aan 'n oogenblik thuis en alleen zyn, had ik niets. Beneden was geen plaatsje te krygen tusschen den zwerm commis-voyageurs. Ik moest telkens op-en neer loopen - t is 'n ongemakkelijk leven! Ik betreur m'n rustig woninkje te Wiesbaden!
Ik weet zeer goed dat ik in m'n laatste brief aan U uit Wiesbaden zei met volgende post die twee brieven. (Koning & Javaannut) Daarin werd ik verhinderd door gemaal met den kleermaker Och - tobbery!
Ik zit nu, donderdag avend voor 't eerst met kachel en lamp op 'n kamertje, en heb al 'n heeleboel gedaan in-verband met de repetitien. (Verkortingen en rangschikkingen. 't Is een moeielyk werk!) De heeren Le Gras, V. Zuylen & Haspels zyn zeer strebsam, en voor my allerliefst. Wat den uitslag der opvoering aangaat, ben ik nog altyd in 't onzekere.
Myn taak als censor wordt eenigszins verlicht door m'n vast voornemen, niet susceptible te zyn. Ik weet by ervaring hoe 'n auteur telkens te stryden heeft met opvattingen en eischen van de tooneelisten. M'n plan was, en blyft, heel inschikkelyk te zyn, niet omdat ik alles goed vind, maar omdat by 't vele gebrekkige dat ons tooneel aankleeft, het kibbelen en doordryven tot niets leiden zou. Ook heb ik nu te doen met tweeerlei autoriteit: De régie van den schouwburg die háár inzichten heeft, & 2o M.K. die haar ideen van buiten-af meebrengt.
Ik had onzen besten Vosmaer verzocht, my bytestaan. En dit doet hy trouw. Elken morgen ½ 11 is-i present, tot 'n uur of 3, 4 toe. De heele zaak is zeer afmattend.
Je vraagt m'n oordeel over de opvoering. Vergun me zeer diplomatisch te antwoorden (houd zelfs dat weinig vóór je asjeblieft!) De Koning (D. Haspels) en Herman (Van Zuylen) zyn uitstekend. En Jufvr Baart maakt wél indruk in de pathetieke scène met Louise.